- 5 -
Mevrouw Van der Sluijs zegt:
Geachte dames en heren.
Waarde burgemeester.
De figuur van de burgemeester komt uit de literatuur in verschillende
gedaanten naar voren: als eerste burger, als burgervader, als gemeen
telijk ombudsman, man van de gemeente als machtige kapitein op het
schip van de gemeente, hand van het gouvernement, in de termen van
Thorbecke. Een zeer veelzijdige functie dus, al is de invulling daar
van mettertijd wel onderhevig geweest aan accentverschuivingen; het
ambt heeft zich gaandeweg ontwikkeld van magistraat naar manager.
Van een moderne burgemeester wordt immers verwacht dat hij op bestuur
lijk niveau optreedt als coördinator, als teamleider. En dat hij brug
gen weet te slaan tussen alle geledingen van het bestuursapparaat en
tussen bestuur en samenleving.
Bepaald geen eenvoudige functie, waaraan u, burgemeester, naar mijn
waarneming op een markante wijze inhoud hebt gegeven. U bent ener
zijds een man met gevoel voor stijl en traditie met een onmiskenbare
uitstraling van gezag: kortom de magistraat.
Als eigentijds bestuurder anderzijds, tracht u ons allen te bepalen
bij de hoofdlijnen, opdat wij des te duidelijker kunnen waarnemen wan
neer u afdwaalt: de valkuil voor elke moderne manager.
Deze beelden typeren ook uw optreden binnen de ambtelijke organisa
tie. Daarin bewoog u zich met wat ik zou willen noemen betrokkenheid
in distantie.
Daar waar in uw contacten met de ambtelijke medewerkers gezag en ont
zag de toon aangaven bleef de afstand. Een afstand die u betreurde.
Maar daar waar dat patroon verviel kreeg uw persoonlijke betrokken
heid de ruimte, dan was er sprake van lotsverbondenheid, misschien
wel van saamhorigheid. Daar genoot u van.
Niet voor niets heeft de Latijnse dichter Plantus omstreeks het begin
van onze jaartelling in zijn blijspel Miles gloriosus gezegd:
Facile est imperium in bonis. Gemakkelijk is het gezag temidden van
goedgezinden.
Maar dit terzijde. De ingewijden onder u zullen er begrip voor hebben
dat een Latijns citaat niet mag ontbreken.
Burgemeester, u heeft geen geheim gemaakt van uw bezorgdheid over het
functioneren van de ambtelijke organisatie. Een bezorgdheid, die wij
ambtenaren overigens met u delen.
Op zichzelf is dat bemoedigend. Het in gezamenlijkheid onderkennen
van de knelpunten betekent de eerste stap naar de oplossing ervan.
Het proces van toegroeien naar een efficiënte, kwalitatief hoogwaardi
ge en klantgerichte organisatie staat nog in de kinderschoenen en zal
van ons, achterblijvers, veel tijd en inspanning vergen.
Het ontwerp-bestuursplan, dat binnenkort het licht ziet, geeft o.a.
de beleidskaders aan, die structuur bieden aan het functioneren van
de ambtelijke organisatie. Wij stellen ons daar veel van voor
NOT28AUG.AF/H/5