- 8 -
voor het gebied Louwer om'e Tún de plankaart te wijzi
gen in die zin dat op de plankaart bebouwingsstroken
ten behoeve van de hoofdgebouwen worden aangebracht;
de plankaart te wijzigen in die zin dat de bestemming
agrarisch gebied rondom het agrarisch bedrijf Jonge-
buorren 1, nader wordt aangeduid met kampeerterrein en
artikel 8, lid 2, onder c, te wijzigen als volgt:
"c. Bij de beoordeling van de vrijstelling voor het gebruik van
de gronden als een recreatiebedrijf dient zowel gelet te
worden op de te verwachten hinder voor omliggende woningen
als op de integrale beleidsvisie op het toerisme zoals be
schreven in de toelichting. De vrijstelling wordt verleend
voor het gedeeltelijk gebruik van gebouwen en voor het
standplaats bieden aan kampeermiddelen op het erf, in de
directe nabijheid van de bedrijfsgebouwen, uitsluitend op
de gronden aangeduid met "kampeerterrein", met dien ver
stande dat de capaciteit en inrichting van het terrein na
der zal worden geregeld in een exploitatievergunning op ba
sis van de gemeentelijke kampeerverordening
Ten behoeve van de toeristische functie kan tevens vrijstel
ling worden verleend ten behoeve van een beperkte horeca-
voorziening. Hierbij zal beoordeeld worden of daardoor het
toeristische beleid en de versterking van het dorpscentrum
niet doorkruist wordt".
de plankaart te wijzigen in die zin het de bebouwings-
vlak ten behoeve van bedrijfsdoeleinden op het per
ceel, aan de oostkust van de Nieuwe Zandsloot en gele
gen aan het Koailân, wordt verkleind;
van artikel 11, lid 2, onder c, de laatste zin te wij
zigen als volgt:
tussen dorp en het middengebied die tevens als
hoofdontsluiting van een toekomstig bungalowpark
moet gaan fungeren.
van artikel 11, lid 2, onder g, de tekst bij het eer
ste aandachtsstreepje en wel als volgt:
er dient vervangende accommodatie te worden
gerealiseerd voor de bestaande ijsbaan en zo moge
lijk voor het bestaande sportveld aan het Kupers-
leantsje;
van artikel 11, lid 2, onder h, de tekst bij het derde
aandachtsstreepje en wel als volgt:
een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met de
private partijen waarbij in de overeenkomst zal wor
den vastgelegd op welke wijze inhoud wordt gegeven
aan de programmatische en kwalitatieve beleids
doelen zoals die in deze beschrijving in hoofdlij
nen zijn geformuleerd. In deze samenwerkingsovereen
komst zal in ieder geval worden vastgelegd dat de
gemeente eerst verantwoordelijk is voor de realisa
tie van de openbare infrastructuur, met dien ver
stande dat voor zover de financiering daarvan niet
gedekt wordt door subsidies deze in beginsel voor
een aanmerkelijk deel ten last van de private pro
jecten zal worden gebracht.
AFBSRA37/H/8