GEMEENTE BOARNSTERHIM
22. Voorstel tot vaststelling
van een herziene Lozings-
verordening Rioleringen.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 18 september 1992.
Op 21 februari 1984 heeft de gemeenteraad een Lozingsverordening Ri
oleringen in deze gemeente vastgesteld.
Deze verordening is door een gebrek aan menskracht voor milieutaken
en een andere prioriteitsstelling niet in uitvoering gebracht.
Om de in de regio Noord-Friesland gehanteerde gemeentelijke verorde
ningen ten aanzien van de lozing van bedrijfsafvalwater op de riole
ring nader op elkaar af te stemmen is in 1991 door de Milieuadvies
dienst een model opgesteld dat als basis kon dienen voor een dergelij
ke verordening. Dit model is gebaseerd op het eerder verschenen model
uitgebracht door de V.N.G. (groene reeks nr. 88 i.c.m. circulaires
89/147 en 91/19).
De nu voorliggende verordening betekent niet alleen regionale afstem
ming, maar tevens een vereenvoudiging van de procedures.
Volgens de nieuwe verordening valt het overgrote deel van de bedrij
ven die bedrijfsafvalwater lozen op de riolering onder de kennis
gevingsplicht (art. 3) en slechts enkele bedrijven onder de vergun
ningsplicht. Deze werkwijze heeft zowel voordelen voor de gemeente
(geen publicatieplicht, standaardvoorschriften, relatief eenvoudige
procedure) als voor de bedrijven (geen leges en voor ieder bedrijf
gelijke voorschriften).
Uitsluitend voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag
zal leges zijn verschuldigd (f 1.500,00).
Op 16 september 1992 is in de vergadering van de derde afdeling van
de gemeenteraad ingestemd met deze verordening.
Gezien het voorgaande en onder verwijzing naar de redactie van het
besluit stellen wij u voor de vigerende Lozingsverordening van 1984
in te trekken en het nieuwe model Lozingsverordening 1992 vast te
stellen conform het voor u bij de raadsstukken ter inzage liggende
concept-besluit.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de loco-burgemeester,
mevr. A.M.E. van der Sluijs. mevr. A.I. Bloem.
DHVRNR22/H/1