Lozingsverordening riolering Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel l In deze verordening wordt verstaan onder: a afvalwater: te lozen water, waarin al dan niet afvalstoffen als bedoeld onder d voorkomen; b riolering: het gemeentelijk rioolstelsel, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen en persleidingen en andere openbare werken en installaties van overeenkomstige aard; c waterbeheerder: de beheerder van een rioolwaterzuiveringsinstallatie of van enig ander werk waarop de riolering is aangesloten dan wel het gezag dat bevoegd is tot het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, tot het brengen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in het oppervlaktewater waarop de riolering uitkomt; d afvalstoffen: afvalstoffen, verontreinigde of schadelijke stoffen in welke vorm ook, als bedoeld in artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren; e werk: vast aanwezige voorziening, waarmee stoffen direct of indirect in de riolering kunnen worden gebracht. Hoofdstuk 2 Bepalingen ter uitvoering van de door de waterbeheerder aan de gemeente gegeven voorschriften Afdelino l Verbod zonder vergunning door middel van een werk afvalstoffen te lozen vanuit nader genoemde bedrijven of instellingen Artikel 2 1 Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders door middel van een werk in de riolering afvalstoffen te lozen vanuit een bedrijf of instelling genoemd in het tweede lid. 2 De in het eerste lid bedoelde bedrijven of instellingen zijn: a grafische bedrijven, met uitzondering van diepdrukkerijen met eigen cylindervervaardiging en zeefdrukkerijen b fotografische bedrijven die laboratoria hebben met een produktiecapaciteit van ten hoogste 20.000 m2 papier per

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 93