D grove afvalstoffen, zoals groentesnippers en etensresten,
alsmede snel bezinkende stoffen mogen niet worden geloosd.
E grove afvalstoffen, zoals darmen en vetstukken, haren,
veren, schubben, graten en dergelijke mogen niet worden
geloosd. Bloed mag niet worden geloosd.
F grove afvalstoffen, zoals koppen en staarten, schubben en
graten en dergelijke mogen niet worden geloosd.
G verfresten en oplosmiddelen mogen niet worden geloosd.
H gier en mest mogen niet worden geloosd.
K reinigingsmiddelen voor textiel, alsmede het residu dat
ontstaat bij het terugwinnen (distilleren) daarvan mogen
niet worden geloosd.
L de spui van het koelwatersysteem mag niet worden geloosd
indien aan het koelwater afvalstoffen zijn toegevoegd.
M textielvezels en dergelijke mogen niet worden geloosd.
N de temperatuur van het te lozen afvalwater mag ten hoogste
30*C bedragen.
0 ten behoeve van controle op lozingen dienen een of meer
doelmatige controleputten te zijn aangebracht.
P de lozing van amalgaamresten dient met ten minste 95% te
worden gereduceerd.
Q afgewerkte fotografische vloeistoffen mogen niet worden
geloosd.
3 De bedrijven en instellingen en de daarop van toepassing
verklaarde algemene voorschriften zijn de volgende:
Bedrijven en instellingen Van toepassing
verklaarde
algemene
voorschriften
a Herstel- en onderhoudsplaatsen voor voer
tuigen en machinerieën, met uitzondering
van bedrijven voor anticorrosiebehandeling;
tankstations voor motorbrandstoffen met
daaraan verbonden service-stations A,B,0
b Tankstations voor motorbrandstoffen A,0
c Wasplaatsen voor het uitwendig reinigen
van voertuigen/
op- en overslagbedrijven voor vloeibare
brandstoffen, minerale oliën en vetten A,N,0
d Op- en overslagplaatsen voor plantaardige
en/of dierlijke oliën en vetten C,N,0
e Keukens voor bedrijfsmatige bereiding