waterbeheerder aan de gemeente gegeven voorschriften niet kunnen waarborgen. Artikel 6 Verbodsbepalingen Het is degene bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, verboden door middel van een werk afvalstoffen op de riolering te lozen indien: a de kennisgeving daarvan niet overeenkomstig artikel 3 is gedaan b gehandeld wordt in afwijking van de gegevens die bij deze kennisgeving verstrekt zijn/ c de algemene voorschriften die krachtens artikel 4 van toepassing zijn niet worden nagekomen; d de nadere voorschriften die burgemeester en wethouders krachtens artikel 5 opgelegd hebben, niet worden nagekomen; e burgemeester en wethouders de lozing verboden hebben krachtens artikel 5, derde lid. Afdeling 3 Overige bepalingen ter uitvoering van de door de waterbeheerder aan de gemeente gegeven voorschriften Artikel 7 1 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 6 is het verboden op de riolering op enigerlei wijze afvalstoffen te lozen die door samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid: a gevaar, schade of hinder kunnen opleveren voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie of enig ander werk dat de waterbeheerder in beheer heeft en waarop de riolering is aangesloten of voor de goede werking daarvan; b schadelijk of verontreinigend kunnen zijn voor het ontvangende oppervlaktewater. 2 Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor: a het lozen van afvalstoffen in het kader van het normale huishoudelijke gebruik dat van een woonruimte wordt gemaakt; b het lozen van afvalstoffen van normaal huishoudelijke aard vanuit septictanks en mobiele lozingsbronnen zoals toiletwagens.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 98