- 2 -
3. De identiteitskaart wordt aan de aanvrager persoonlijk of aan
een door de aanvrager schriftelijk gemachtigde uitgereikt. De
gemachtigde moet zich op verzoek kunnen legitimeren.
Artikel 3
1. De identiteitskaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaren.
2. De identiteitskaart blijft na uitreiking gemeente-eigendom.
Artikel 4
De Algemene termijnenwet is van toepassing op de in de verordening
genoemde termijnen.
Hoofdstuk 2. De identiteitskaart
Artikel 5
De identiteitskaart is het document zoals dat voor de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten is vastgesteld en bekendgemaakt.
Artikel 6
1. De identiteitskaart vermeldt de volgende gegevens van de houder:
a. de geslachtsnaam;
b. de voornamen;
c. de geboortedatum;
d. de gemeente van geboorte;
e. het geslacht;
f. de Nederlandse nationaliteit;
g. het adres;
h. de woonplaats;
i. de lengte.
2. De identiteitskaart vermeldt voorts:
a. de afgevende autoriteit;
b. het tijdvak waarvoor het document geldig is;
c. het documentnummer
d. het persoonsnummer;
e. het druknummer.
3. De identiteitskaart bevat tevens een rubriek: aantekeningen afge
vende autoriteit.
4. De in het eerste lid, onder a genoemde geslachtsnaam omvat te
vens de voorvoegsels en adellijke titels.
5. De in het eerste lid, onder b, genoemde voornamen worden voluit
geschreven en omvatten tevens de adellijke predikaten.
Voornamen die door de beperkte ruimte niet voluit zijn te vermel
den worden met de voorletter vermeld.
6. Aan de in het eerste lid, onder f, genoemde vermelding wordt, in
het geval de identiteitskaart aan een persoon als bedoeld in de
Wet betreffende de positie van Molukkers wordt verstrekt, toege
voegd: In de rubriek "aantekeningen afgevende autoriteit",
wordt in dit geval vermeld: S.76.468.
7. De in het eerste lid, onder g en h, genoemde gegevens, zijn het
adres en de woonplaats op het moment waarop de identiteitskaart
wordt verstrekt.
8. De identiteitskaart is voorzien van een zwart-wit pasfoto van 3
bij 4 centimeter van de houder en van de handtekening van de hou
der.
STDGEM.ID/BV/2