- 4 -
Artikel 11
1. De aanvraag van een identiteitskaart moet persoonlijk worden in
gediend bij burgemeester en wethouders.
2. Burgemeester en wethouders stellen de identiteit van de aanvra
ger vast.
3. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verzoeken, in ver
band met het onderzoek van zijn identiteit, de nodige bewijsstuk
ken te overleggen.
Artikel 12
1. Indien de aanvrager houder is van een reeds eerder uitgereikte
identiteitskaart, wordt een aanvraag van een nieuwe identiteits
kaart slechts in behandeling genomen als de eerder uitgereikte
identiteitskaart kan worden ingehouden of, als de aanvrager de
identiteitskaart vermist, hij bij de aanvraag een schriftelijke
verklaring over de vermissing overlegt.
2. Indien de aanvrager houder is van een reeds eerder uitgereikte
identiteitskaart en deze niet kan worden overgelegd bij de aan
vraag, dan vergelijken burgemeester en wethouders de identiteits
gegevens van de aanvrager met de aanvraagbescheiden van de eer
der uitgereikte kaart.
3. Het eerste en tweede lid zijn ook van toepassing op identiteits
kaarten die door burgemeester en wethouders van een andere ge
meente zijn uitgereikt. Burgemeester en wethouders vragen in dat
geval de aanvraagbescheiden op bij burgemeester en wethouders
van die gemeente.
4. De aanvraagbescheiden worden door de ontvangende gemeente be
waard op gelijke wijze als de eigen aanvraagbescheiden worden
bewaard
5. Indien een eerder aan de houder uitgereikte identiteitskaart
niet is ingehouden bij de aanvraag van een nieuwe kaart, dan
wordt de nieuwe kaart alleen uitgereikt tegen de verklaring als
bedoeld in het eerste lid.
Artikel 13
Indien de aanvrager minderjarig is, moet de aanvrager een verklaring
van toestemming overleggen van degene(n) die de ouderlijke macht over
de aanvrager uitoefen(t)(en) of van de voogd.
Artikel 14
1. Voor het verkrijgen van de nodige zekerheid over de identiteit
van de degene(n) die ouderlijke macht over de minderjarige uit
oefen^) (en) of van de voogd, in artikel 11 van overeenkomstige
toepassing.
2. Indien degene die een verklaring van toestemming moet overleggen
niet in persoon verschijnt, kan de aanvraag slechts in behande
ling worden genomen indien uit de overgelegde schriftelijk ver
klaring van toestemming en eventuele andere overgelegde stukken
met de nodige zekerheid kan worden afgeleid dat de verklaring
van toestemming van de betreffende persoon afkomstig is.
STDGEM.ID/BV/4