- 5 - Artikel 15 1. Indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de aanvra ger op het formulier voor het aanvragen van de identiteitskaart onjuiste of onvolledige gegevens heeft vermeld, of de pasfoto's niet aan artikel 9 derde lid voldoen, verzoeken zij de aanvrager om binnen twee weken de door hen aangeduide gegevens te verbete ren of aan te vullen of pasfoto's te leveren die voldoen aan het bepaalde in artikel 9, derde lid. 2. Leidt het in het eerste lid genoemde verzoek niet tot verbete ring of aanvulling van de gegevens of tot goede pasfoto's, dan laten burgemeester en wethouders de aanvraag buiten behandeling. 3. Indien de verklaring van toestemming als bedoeld in artikel 13 niet wordt overgelegd laten burgemeester en wethouders de aan vraag buiten behandeling. Artikel 16 1. Burgemeester en wethouders die een aanvraag in ontvangst nemen ten behoeve van een persoon die in het centrale persoonsregister (CPR) is opgenomen, zenden deze aanvraag aan het hoofd van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters ter verificatie van de daarin vermelde persoonsgegevens. Daarnaast verzoeken burgemees ter en wethouders het hoofd van de Rijksinspectie van de Bevol kingsregisters te verifiëren of er reeds eerder een identiteits kaart aan de betrokken persoon is uitgereikt. 2. Burgemeester en wethouders gaan eerst tot verstrekking van een identiteitskaart aan de in het eerste lid bedoelde persoon over, nadat het hoofd van de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters zijn bevindingen op de in het eerste lid bedoelde stukken heeft kenbaar gemaakt. 3. Burgemeester en wethouders melden aan het hoofd van de Rijksin spectie van de Bevolkingsregister bij verstrekking, vermissing, (incl. diefstal), of inhouding/inlevering van een identiteits kaart van een in het centrale persoonsregister opgenomen persoon: a. de (geslachts)naam, de voornamen, de geboortedatum en de geboorteplaats van deze persoon; b. de gegevens als bedoeld in artikel 24. Artikel 17 Burgemeester en wethouders weigeren de verstrekking van een identi teitskaart indien: a. de aanvrager niet de Nederlandse nationaliteit bezit of niet op grond van de Wet betreffende positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb.468) als Nederlander wordt behandeld; b. de aanvrager niet in de bevolkingsadministratie van de gemeente of niet in het Centraal Persoonsregister opgenomen; c. een verklaring als bedoeld in artikel 12, eerste lid, ontbreekt. STDGEM.ID/BV/5

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 55