GEMEENTE BOARNSTERHIM
Nr. 11.
De raad van de gemeente Boarnsterhim;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
4 december 1992;
gelet op het bepaalde in de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing en
op de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
besluit:
conform het voorstel van burgemeester en wethouders:
I.- het bezwaarschrift van de heer A.A. Schouwstra deels ongegrond
en deels gegrond te verklaren en de plankaart in die zin te wij
zigen dat de onderwerpelijke locatie wordt bestemd tot water
waarbij de inrichtingskaart overeenkomstig wordt aangepast;
- het bezwaarschrift van de heer H. Elzinga gegrond te verklaren
en de plankaart in die zin te wijzigen dat de onderwerpelijke
locatie wordt bestemd tot water waarbij de inrichtingskaart over
eenkomstig wordt aangepast;
- het bezwaarschrift van de heer A. Venema ongegrond te verklaren;
het bezwaarschrift van de heer R. Meijer en de heer
K. Stornebrink niet-ontvankelijk te verklaren;
- het bezwaarschrift van de camping Molehiem ongegrond te verkla
ren;
- de leden 4, 5, 6 en 7 van artikel 13 te vernummeren tot 5, 6, 7
en 8 waarbij een nieuw lid 4 wordt toegevoegd, luidend als volgt:
4. Vrijstelling van de voorschriften betreffende bebouwing.
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaal
de in lid 3, sub b onder 2, voor het bouwen van steigers groter
dan een voorziening voor één vaartuig en buiten de daarvoor aan
geduide gronden ten behoeve van de in de bestemming Gemengde
Doeleinden toegestane bedrijfsfuncties
GSBSONTW.DVN/RAAD/1