GEMEENTE BOARNSTERHIM
16. Voorstel tot het beschik
baar stellen van geldmidde
len ten behoeve van de ver
plaatsing van het bedrijf
van S. Weidenaar te Al-
deboarn.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 4 december 1992.
In het verleden is een inventarisatie verricht naar de bedrijven bin
nen onze gemeente waarvan het, op milieuhygiënische dan wel planologi
sche gronden, gewenst is tot verplaatsing over te gaan. De uit deze
inventarisatie voortgekomen lijst is onderwerp van discussie geweest
in de vierde afdeling van uw raad. Mede naar aanleiding hiervan heb
ben alle in genoemde lijst opgenomen bedrijven van ons een brief ont
vangen met het verzoek met ons in contact te treden wanneer diepte-in
vesteringen worden overwogen.
Reeds in een vroegtijdig stadium heeft de heer S. Weidenaar,
Wjitteringswei 110 te Aldeboarn, op deze brief gereageerd en zijn
plannen, ten aanziën van verplaatsing van zijn eveneens op dit adres
gevestigde landbouwmechanisatiebedrijf naar het industrieterrein
Súdkant, kenbaar gemaakt. Tevens heeft hij mondeling de vraag gesteld
of een financiële bijdrage in de verplaatsingskosten door de gemeen
te, op grond van de Subsidieverordening Dorpsvernieuwing, tot de moge
lijkheden behoort.
Op grond van dit verzoek is, zoals gebruikelijk, aan het Instituut
Midden/Kleinbedrijf (IMK) gevraagd te rapporteren omtrent de mogelijk
heid en omvang van een eventuele gemeentelijke bijdrage. Het IMK is
op dit verzoek ingegaan en heeft vervolgens op 4 september jongstle
den advies uitgebracht. Dit advies is bij de ter inzage liggende stuk
ken gevoegd.
Na bestudering van bovengenoemd rapport zijn wij tot de conclusie ge
komen dat, strikt genomen, de onderhavige verplaatsing niet onder de
subsidieverordening valt. Er is namelijk geen sprake van een zodanig
milieuhinderlijke situatie dat er geen milieuvergunningen kunnen wor
den afgegeven. Tevens is het niet zo, dat het bedrijf niet past bin
nen de ruimtelijk economische structuur van dit deel van het dorp. Er
is dus geen sprake van een zeer urgente noodzaak tot verplaatsing.
Wel achten wij verplaatsing wenselijk vanwege de negatieve invloed
van een dergelijk bedrijf op het woonmilieu ter plekke. In het on
langs vastgestelde Dorpsvernieuwingsplan Aldeboarn-Kom is deze wens
tot verplaatsing nog eens nadrukkelijk vastgelegd. Ook moet worden
overwogen dat het bedrijf nu in een fase verkeert, waarin verplaat
sing bedrijfseconomisch nog tot de mogelijkheden behoort.
IJVRDI49/RAAD/1