- 12 - met betrekking tot het voeren van de procedure op grond van artikel 50, lid 8 van de Woningwet of de proce dure op grond van artikel 46, lid 8 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten aanzien van de doorbreking van de aanhoudingsplicht, al dan niet in com binatie met bovengenoemde vrijstelling. In tegenstelling tot het bovenstaande bedraagt het recht in die gevallen waar bij gebruik wordt gemaakt van een (spe cifieke) algemene verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. f 75,00 V.3.b. Voor het in behandeling nemen van het verzoek om vrijstelling genoemd in lid 3.a., waarbij de benodigde procedure aansluitend gevolgd wordt door een procedure tot het maken van een be stemmingsplan (-herziening), bedraagt het recht f 3.250,00 V.3.c. Indien een vrijstelling, genoemd in de leden V.3.a. en V.3.b., wordt ver leend in combinatie met een bouw- of aanlegvergunning, wordt het op grond van hoofdstuk A, paragrafen I of II verschuldigde recht vermeerderd met respectievelijk f 750,00 (geval B, V.3.a.; met dien verstande dat de verhoging f 75,00 bedraagt ingeval de laatste alinea van toepassing is) of f 3.250,00 (geval B, V.3.b.). V.3.d. Het bepaalde in hoofdstuk A, paragraaf IV is van overeenkomstige toepassing. C. Advies-/procedurekosten. VI.l.a. Het recht vermeld in de hoofdstukken A en B wordt, ongeacht het feit of een aanvraag resulteert in de afgifte van een vergunning of vrijstelling, ver hoogd met het bedrag van ten behoeve de aanvraag gemaakte extra kosten van advies c.q. procedure. Vl.l.b. Verhoging van het normaal gesproken verschuldigde recht met de extra kos ten als genoemd onder Vl.l.a., vindt plaats tot een maximum van f 50.000,00 VI.l.c. Het bedrag van de verhoging met extra advies-/procedurekosten, anders dan voor welstandsadvies (C, VI.2.a.) en verklaringen van geen bezwaar (C, VI. 2.b.), wordt de aanvrager voorafgaand aan het in behandeling nemen van de LEGES.93/BL.12

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1992 | | pagina 94