- 5 -
Artikel 14a.
Zolang de bebouwing van de gekochte grond niet is voltooid zullen de
bepalingen van de artikelen 7 en 8 en in dit artikel bij iedere gehe
le of gedeeltelijke vervreemding van de gekochte grond aan de nieuwe
verkrijger van de eigendom of een beperkt recht worden opgelegd, ten
behoeve van de gemeente worden bedongen en aangenomen en in elke
verdere akte tot vervreemding woordelijk worden overgenomen, met dien
verstande, dat afwijkingen van zuiver redactionele aard, welke door
omstandigheden zijn vereist, zijn toegestaan.
Artikel 15.
Tenzij burgemeester en wethouders hebben toegestaan, dat van het be
paalde in dit artikel wordt afgeweken, moeten bij elke vervreemding
van het verkochte of vestiging van zakelijke rechten daarop, waardoor
het gebruik van het verkochte door anderen wordt verkregen, de voor
waarden in de artikelen 7 tot en met 14 15a en die in dit artikel
aan elke opvolgende eigenaar worden opgelegd, ten behoeve van de ge
meente Boamsterhim worden bedongen en aangenomen en dat afwijkingen
van zuiver redactionele aard, welke door omstandigheden zijn vereist,
met wederzijdse schriftelijke toestemming van partijen zijn toege
staan. Bij niet-nakoming hiervan is degene, die verzuimt op te leg
gen, te bedingen en aan te nemen, hoofdelijk een boete verschuldigd
ten bate van de gemeente Boamsterhim van een door burgemeester en
wethouders voor elk geval te bepalen bedrag, doch ten hoogste van een
bedrag gelijk aan het tweevoud van de koopsom van het verkochte. Be
doelde boete zal moeten worden betaald binnen veertien dagen na een
daartoe strekkende aanmaning van burgemeester en wethouders, met dien
verstande dat nimmer enige ingebrekestelling zal zijn vereist.
Artikel 15a.
De bedingen, vermeld in artikel 12a, zullen, voor zover nodig, ter
uitsluitende beoordeling van burgemeester en wethouders, als erf
dienstbaarheid, recht van opstal of als ander beperkt recht, worden
gevestigd dan wel als kwalitatieve verplichting worden opgelegd, al
les voor zover één en ander door de situatie ter plaatse wordt ver
eist en conform de toestand waarin bedoelde voorzieningen zijn aange
bracht, nadat de op het verkochte bouwterrein te bouwen opstallen
zijn voltooid. Koper en zijn rechtverkrijgenden zijn verplicht aan de
vestiging c.q. aan het opleggen van de hiervoor bedoelde rechten hun
medewerking te verlenen zo dikwijls dat door burgemeester en wethou
ders nodig wordt geoordeeld.
Grou, 27 april 1993.
De raad voornoemd,
de secretaris, de voorzitter,
(mevr. A.M.E. van der Sluijs) (Y. Dijkstra)
Kopie: G.S. (2x t.g.k.), ro, dir. owro.
VO.031/VO/5