Deze werkgroep is van oordeel dat voor de aanpak van de bestuur
lijke vernieuwing in Friesland de volgende uitgangspunten zullen
moeten gelden:
1. versterking van de doelmatigheid van het bestuur;
2. het verminderen van de bestuurlijke dichtheid en daarmee
het vergroten van de doorzichtigheid van het bestuur;
3. herstel en versterking van de integraliteit van het bestuur;
4. versterking van de democratische legitimatie van het be-
s tuur
De bovengenoemde uitgangspunten wijzen naar de opvatting van de
werkgroep in de richting van een aanpak van bestuurlijke vernieu
wing die de volgende kernpunten omvat:
1. het uitgangspunt van de vermindering van bestuurlijke dicht
heid leidt tot het vasthouden aan niet meer dan drie vol
waardige bestuurslagen: gemeenten, middenbestuur en rijks
overheid.
Voor Friesland betekent dit dat de provincie en de gemeen
ten blijven bestaan als bestuurskrachtige, volwaardige en
integrale bestuurslagen met een open huishouding.
2. de vorming van één WGR-regio op de schaal van Friesland
dient te worden afgewezen. Een provincie Friesland en een
WGR-regio Friesland naast elkaar en op hetzelfde grondge
bied zou een bestuurlijke verdichting betekenen hetgeen
competentiestrijd en rivaliteit kan opleveren.
3. uit de punten 1 en 2 vloeit in combinatie met de uitgangs
punten voort, dat een nader open en zakelijk beraad over
een herschikking van taken tussen de provincie en de gemeen
ten geboden is. Deze herschikking zal ertoe moeten leiden
dat de schaal van het bestuur (beter dan thans) aansluit op
de aard en schaal van problemen en het met betrekking daar
toe te voeren beleid.
4. een experiment met een herziene taakverdeling kan dienstig
zijn en dient onder voorwaarden te worden aangegaan.
Herschikking van taken.
Bij het beraad over een herschikking van taken tussen de provin
cie en de gemeenten worden betrokken:
het takenpakket van de provincie;
het takenpakket van gemeenten;
de taken die aan de WGR-regio's zijn opgedragen;
de taken van de gedeconcentreerde rijksdiensten;
de taken van de functionele bestuursvormen.
Ten aanzien van elke taak en van onderdelen van taken moeten
drie vragen worden beantwoord:
kunnen zij worden toebedeeld aan dan wel worden teruggelegd
bij de gemeenten?
is toedeling aan de provincie op grond van doelmatigheids
overwegingen en uit een oogpunt van democratische legitima
tie geboden?
is privatisering mogelijk en doelmatig?