- 4 -
Ten aanzien van de herschikking van taken kan voorts nog het
volgende, in algemene zin, worden opgemerkt:
herschikking van taken zal er niet toe leiden dat in de
toekomst elke intergemeentelijke samenwerking uitgesloten
of overbodig kan zijn;
ofschoon de Wet Gemeenschappelijke Regelingen zijn bestaans
reden behoudt, dienen zware hulpstructuren in de toekomst
zoveel mogelijk te worden vermeden;
binnen het onderzoek wordt aparte aandacht aan de positie
van het Stadsgewest Leeuwarden geschonken.
als de beoogde herschikking van taken er inderdaad toe
leidt dat de gemeenten en de provincie in de toekomst elk
die taken zullen vervullen waarvoor zij naar hun schaal het
best geschikt zijn, is het niet uitgesloten dat aan de be
staande drie WGR-regio's de feitelijke bestaansreden komt
te ontvallen.
V. Een experiment bestuurlijke vernieuwing in Friesland?
Van diverse zijden is de afgelopen maanden het idee geopperd dat
het voor de hand ligt dat Friesland één van de proefgebieden
voor bestuurlijke vernieuwing zal worden. De gedachte daarachter
is dat, zoals Rijnmond het meest geavanceerde grootstedelijke
gebied is waarin bestuurlijke vernieuwing het meest urgent is,
Friesland bij uitstek model kan staan voor de vormgeving van
bestuurlijke vernieuwing in landelijke gebieden.
Wanneer een herverkaveling van taken, zoals voorzien onder IV.,
geconcretiseerd en politiek gefiatteerd is, is het van belang
dat zo spoedig mogelijk daarna middels een experiment praktijker
varing wordt opgedaan.
Aan een experiment worden de volgende voorwaarden gesteld:
een experiment moet primair geënt zijn op de specifieke
bestuurlijke problematiek in Friesland;
een experiment dient niet geënt te worden op het in de nota
BON-3 genoemde beleid; de nota BON-3 gaat immers uit van
één WGR-regio op de schaal van Friesland.
VIHoe nu verder?
In de brief van 14 juli 1993 delen het college van G.S. en het
bestuur van de V.F.G. de procedurele stand van zaken tot op he
den mee:
het college van G.S. en het bestuur van de V.F.G. hebben
inhoudelijk ingestemd met de nota "Bestuurlijke Vernieu
wing: Aanzet en Richting" van de werkgroep Bestuurlijke
Vernieuwing;
de Statencommissie Algemene en Economische Zaken heeft op
16 juni 1993 eveneens ingestemd met deze nota;
de staatssecretaris van BiZa heeft tijdens een overleg op
29 juni 1993 met het college van G.S. in beginsel ingestemd
met de aanpak uit de nota en de voortrekkersrol van Fries
land middels een experiment;
in verband met het creëren van een breed draagvlak voor
deze aanpak worden alle friese gemeenten voor 1 november
a.s. gevraagd om te reageren;
RDUETGR/BZ/4