- 2 - Mogelijke maatregelen kunnen betrekking hebben op: 1. Detachering. Een detacheringsconstructie - betrokkene blijft formeel in dienst van de gemeente maar verricht de werkzaamheden veelal op een andere werkplaats en onder verantwoordelijkheid van het bed rijf - is met name toepasbaar als: de medewerker in principe mee over wil naar het particulie re bedrijf, maar graag een soort proefperiode wil; er direct binnen de gemeentelijke organisatie geen passend werk beschikbaar is, maar wel op termijn. Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds stelt aan een dergelijke constructie een termijn van maximaal twee jaren. Daarna eindigt het ambtenaarschap in de zin der Pensioenwet. Als betrokkene voldoende vertrouwen heeft gekregen in het particulier bedrijf zal hij ontslag nemen bij de gemeente. In het andere geval keert hij terug bij de gemeente en wordt voor hem ander passend werk gezocht. 2Plaatsing boven de formatie. Als is te voorzien dat op termijn een passende functie beschik baar komt kan een medewerker tijdelijk zijn huidige werkzaamhe den blijven vervullen tot het moment dat de andere passende func tie vrijkomt. Handhaven van de functie boven de formatie kan met name ook voor de oudere werknemer een goede oplossing zijn, als er een situatie is ontstaan dat in redelijkheid geen ander pas send werk beschikbaar is. Dan kan worden afgesproken de huidige werkzaamheden tot aan zijn vut/pensioen te handhaven. Hier wordt dus een grotere garantie gegeven dan in de Sociale Leidraad is verwoord. Op basis daarvan zou immers een medewerker uiteindelijk gedwongen op wachtgeld kunnen worden geplaatst. In het kader van de reorganisatie is op wachtgeld stelling alleen mogelijk met wederzijds goedvinden. 3Inschakelen outplacementbureau. Een scala van mogelijkheden is denkbaar. Indien medewerkers daar in zijn geïnteresseerd zal worden nagegaan wat de mogelijkheden zijn. De kosten zijn geheel voor rekening van de gemeente. Even tueel wordt vooraf een maximum bepaald. 4. Verhuiskosten/bijdrage in verkoop eigen huis. Veel werkgevers kennen een regeling verhuiskosten. Daar waar de regeling niet of minder goed is, zijn wij bereid een aanvulling te geven tot de bij ons gebruikelijke (rijks)regeling. Voor sommige medewerkers kan het bezit van een eigen woning een argument zijn niet te solliciteren op een passende functie omdat bij acceptatie de woning moet worden verkocht. In principe zijn wij bereid in dergelijke situaties in onderling overleg tot een regeling te komen, waarbij een financiële tege moetkoming wordt verleend. Hierbij wordt met name gedacht aan een huur/woonsuppletieregeling. Waardevermindering van de huidi ge woning wordt bij de beoordeling in ieder geval buiten beschou wing gelaten. De totale kosten van dit punt mogen per geval niet meer bedragen dan f 10.000,00. MWBSSOLE/PO/U

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1993 | | pagina 34