- 3 -
3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie
blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Paragraaf 2 Procedure.
Ingediend bezwaar- of beroepschrift.
Artikel 6.
1. Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van
ontvangst aangetekend.
2. Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken
wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de
wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep
zal adviseren.
Uitoefening bevoegdheden.
Artikel 7.
De bevoegdheden ingevolge de artikelen
2:1, tweede lid;
6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn
waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereis
ten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;
6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens
de behandeling door de commissie;
7:4, tweede lid;
7:6, vierde lid;
7:18, tweede en zesde lid, en
7:20, vierde lid,
van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend
door de voorzitter van de commissie.
Vooronderzoek
Artikel 8.
1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorberei
ding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift be
voegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te
doen inwinnen.
2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de com
missie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen
zo nodig uitnodigen in de zitting te verschijnen.
Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van
burgemeester en wethouders vereist.
RDVOBEZW.BER/BZ/3