De gemeente Boarnsterhim zal als een goed communicerende overheid een
stap naar de burgers moeten zetten; in een vroegtijdig stadium zullen
inwoners bij de beleidsvorming betrokken worden. Het beleid zal even
eens zorgvuldig uitgelegd moeten worden.
Juist in een tijd waarin aan de demotiverende werking van
bezuinigingen haast niet te ontkomen lijkt, zal het gemeentebestuur
een extra inspanning moeten verrichten om inwoners uit te nodigen en
te inspireren in actie te blijven c.q. te komen.
Ten aanzien van het experiment bestuurlijke vernieuwing Friesland,
waarin er geschoven zal gaan worden met taken tussen rijk, provincie
en gemeenten, dient de gemeente als overheid die het dichtst bij de
inwoners staat een volwaardig en integraal takenpakket te behouden.
Aan functionele samenwerkingsverbanden neemt de gemeente deel, indien
dit een aantoonbare meerwaarde heeft. Met betrekking tot de schaal
van de gemeente wordt Boarnsterhim mooi op maat geacht.
B.& W. hebben kennis van zaken, visie en zijn besluitvaardig. B.& W.
oefenen geen nevenfunkties of andere aktiviteiten uit die in relatie
staan tot gemeentelijke belangen of verantwoordelijkheden. Er komen 3
wethouders die in deeltijd werkzaam zijn voor 70%. B.& W. dragen de
eerste verantwoordelijkheid voor het functioneren van de
gemeentelijke organisatie.
Voor 1996 wordt communicatiebeleid vastgesteld, waarin invulling zal
worden gegeven aan de wijze van communiceren binnen de gemeentelijke
organisatie en daarbuiten. Daarbij zal ook nader over het benodigde
budget worden beslist. In het communicatiebeleid zullen de
mogelijkheden van een burgerpanel, referendum en de lokale media,
w.o. de lokale omroep, worden meegenomen. Bekeken wordt in hoeverre
aan de lokale omroep een bijdrage voor dienstverlening gerealiseerd
kan worden. Het formuleren van communicatiebeleid behoort tot het
reguliere takenpakket van de voorlichter.
Er zal een nieuwe structuur en werkwijze worden ontwikkeld voor
adviescommissies, raadscommissies en afdelingsvergaderingen (van 4
naar 3 of 2). De verdeling van de beleidsvelden zal daartoe opnieuw
worden bekeken.
Een nieuwe opzet van afdelingsvergaderingen heeft hierbij de hoogste
prioriteit. Aan de orde komt dan ook in hoeverre het mogelijk en
wenselijk is om niet raadsleden in raadscommissies en afdelingen op
te nemen (personen die op de kandidatenlijst staan van in de raad
vertegenwoordigde partijen)Het voorzitterschap van de afdelingen
komt eveneens aan de orde.
Dit algemene hoofdstuk geeft aan hoe wij de komende periode willen
besturen en welk instrumentarium wij daarbij nodig hebben. Het
ontwikkelen van deze nieuwe werkwijze is de basis van het
bestuursprogramma 1994 - 1998, zoals dit in het navolgende op
hoofdlijnen besproken wordt.
Onderwerpen die met aangegeven worden, zijn zaken waar wij een
inspanningsverplichting aan verbinden. Dat wil zeggen dat wij binnen
de beperkte financiële marges zullen proberen die zaken in ieder
geval te realiseren. In willekeurige volgorde zijn dit:
dorpsvernieuwing,
nieuwe structuur Welzijnssector,
minimabeleid,
dorpshuizen,
basisonderwijs.
bedrij fsterreinen/werkgelegenheidsfonds
/2