- 3 -
In de huidige begroting blijven die mogelijkheden beperkt tot (een deel van)
de vrijvallende middelen.
Dat nu geeft m.i. onvoldoende ruimte om het programma zoals u dat aangeeft
uit te voeren.
Mijns inziens is het onmogelijk dit programmadeel budgettair neutraal uit te
voeren. Alternatief kan zijn ons tempo aanpassen (daarbij loopt u het gevaar
dat bij eindigheid van de dorpsvernieuwingsmiddelen belangrijke delen van
ons programma niet uitgevoerd kunnen worden) dan wel extra middelen beschik
baar stellen!
Onderdeel: volkshuisvesting (pagina 6).
a. U maakt nogal nadrukkelijk onderscheid tussen de verschillende kernen in
onze gemeente. Ik geef u in overweging vast te stellen dat de uitbrei
dingsplannen in de respectievelijke dorpen afgestemd zullen zijn op de
behoefte in die dorpen. Daarbij kunnen de groeipotenties van dorpen (aan
de westzijde in onze gemeente (bv. Tersoal)) een uitdrukkelijke rol spe
len.
b. U zegt dat het volkshuisvestingsplan basis is voor het te voeren beleid.
Aannemende dat u hiermee bedoelt het aantal jaarlijks te bouwen wonin
gen, geef ik u in overweging u niet alleen te laten leiden door het
volkshuisvestingsplan. Mede tegen de achtergrond van uw ambities, zoals
ze zijn neergelegd in het bestuursprogramma (w.o. die m.b.t. het grondbe
drijf en bedrijfsterreinen/ werkgelegenheidsfonds) en de noodzaak tot
een solide financiering ervan te komen, geef ik u in overweging m.b.t.
het bouwbeleid ook de positieve consequenties met betrekking tot de uit
kering uit het gemeentefonds een rol te laten spelen.
c. Wellicht is het verstandig dit onderdeel te rekenen tot dât programmati
sche deel dat leidt tot een inspanningsverplichting.
Onderdeel: projektontwikkelaars (pagina 6).
Ik geef u in overweging slechts in die situaties met projektontwikkelaars
c.q. in PPS-verband projekten tot uitvoering te brengen, indien zulks de
positie van het gemeentelijk grondbedrijf versterkt.
Onderdeel: riolering (pagina 6).
In de relatie met de landbouw, de spoelwaterproblematiek en een rioolstelsel
in het buitengebied, is het m.i. onduidelijk wanneer u over een (m.i. onge
wenste) "stort" spreekt.
Overigens voorzien ik op het punt van de rioolheffing de komende jaren stevi
ge verhogingen, zulks omdat forse vervangingsinvesteringen en nieuwe invens-
teringen onafwendbaar zullen blijken te zijn. In dat verband vraag ik mij af
of uw uitgangspunt "geen extra verhoging van de rioolheffing" houdbaar is.
Onderdeel: verbindingen tussen de dorpen (pagina 7).
U geeft aan dat gedurende 5 jaren jaarlijks f 220.000,-- extra geïnvesteerd
zal worden in het onderdeel wegen. Ik attendeer u gaarne op het beleidsstuk
dat in het kader van de begrotingsvoorstellen 1994 een belangrijke rol heeft
gespeeld en waarin wordt aangegeven dat het jaarlijkste budget structureel
verhoogd zal moeten worden met het door u genoemde bedrag, teneinde een mini
maal onderhoudsniveau te kunnen realiseren. Dit, door de raad aanvaarde
standpunt, voorziet in dat minimale onderhoudsniveau. In de door u gebezigde
tekst laat u ruimte deze beleidskeuze aan te tasten, hetgeen mij niet^ alleen
onjuist voorkomt maar op den duur (wederom) tot kapitaalsvernietiging kan
leiden.
ASBRBURG.17/AB/3