- 2 - Het verzoek om continuering van de subsidiering. Medio februari 1994 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen een af vaardiging ons college en het bestuur van de vereniging, waarin de activiteiten van de VVV werden geëvalueerd. Het gesprek heeft geleid tot een aanvulling van informatie op basis waarvan ons college en in tweede instantie uw raad een beter gefundeerde mening kan vormen over voorzetting van de gemeentelijke subsidie na 1994. Deze aanvullende informatie bestaat uit het invoeren van een aantal meetpunten, zoals deze in de bijlagen I tot en met IV bij de subsidie-aanvraag zijn gevoegd. Daarnaast is een in een overleg tussen ons collegelid me vrouw Van den Berg en een afvaardiging van het bestuur van de VVV de afspraak gemaakt dat in samenwerking met de gemeente geprobeerd zal worden om een continu-onderzoek in te stellen naar de tevredenheid van de gebruikers van de VVV-diensten en naar de kwaliteit van de toeristisch-recreatieve mogelijkheden in de gemeente Boarnsterhim. Aan het onderzoek kunnen bovendien gegevens omtrent de doelgroep(en) worden ontleend. Beoordelingscriteria De aanvraag van de VVV dient naar onze mening worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: de effectiviteit van het werk van de vereniging toetsing aan het toeristisch-recreatieve beleid van de gemeente de financiële positie van de gemeente. De effectiviteit van de VW. Ondanks de in de bijlagen aangegeven meetpunten is en blijft het moei lijk om de effectiviteit van het werk van de VW specifiek te meten. In algemene termen kan worden gezegd dat de financiële verantwoording in orde is en dat een respectabel aantal bedrijven lid is van de ver eniging. De personele kosten staan in een redelijke verhouding met de activiteitskosten. In het verleden is door het VVV-bestuur aangegeven dat het streven van de VW er op gericht is om het aandeel van de contributies in de inkomsten in de loop van de tijd even groot te laten zijn als de ge meentelijke subsidie. Omdat het belang van de VW in onze optiek pri mair ligt bij de bedrijfsleden, is volgens ons de norm van 50% eigen inkomsten uit contributies een goede maatstaf voor een beoordeling op afstand van de effectiviteit. Daarmee is dan ook antwoord gegeven op de vraag in hoeverre gemeentelijke subsidie verantwoord is. Op dit moment is de verhouding eigen bijdragen (contributies en donaties) ongeveer 80% van de gemeentelijke subsidie. Dat is nog een verschil van 20%. Het totaal van de opbrengsten, inclusief verkoop van artike len, ligt op ongeveer 95% van de gemeentelijke subsidie. Onze conclusie is dat de 50% norm nog helemaal niet is bereikt, maar dat er een redelijk vooruitzicht is dat bij continuering van de subsi die deze verhouding gehaald kan worden. Het toeristisch-recreatieve beleid van de gemeente. Het Toeristisch- recreatieve beleid van de gemeente zoals dat is weer geven in het onlangs geformaliseerde beleidsplan staat een verster king van promotie, organisatie en kwaliteit voor. Op basis van dit voorgenomen beleid ligt voortzetting van de subsidie in de lijn van de verwachting. Het bestuur van de VW vraagt om een verhoging van de jaarlijkse sub sidie met f 12.500,00 voor verdere professionalisering van de WV-or- ganisatie. De gevraagde verhoging met f.12.500,00, te besteden aan verdere pro fessionalisering van de organisatie, vinden wij prematuur. Immers, HBVSSUBS .WV/RAAD/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1994 | | pagina 19