GEMEENTE BOARNSTERHIM
Portefeuillehouder:
wethouder mw. T. de Boer.
11. Voorstel tot het vaststel
len van het ontwerp-bestem-
mingsplan Reduzum en onge-
grondverklaring van de ken
baar gemaakte zienswijzen.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 4 november 1994.
Aan u wordt ter vaststelling aangeboden het ontwerp-bestemmingsplan
Reduzum.
Het ontwerp-plan voorziet in een regeling voor vrijwel het gehele
dorp Reduzum, inclusief het ontwikkelingsgebied voor woningbouw
Reduzum-Súd
Het ontwerp-plan heeft vanaf 3 augustus 1994 gedurende vier weken ter
inzage gelegen. In deze periode hebben B.V. Aannemingsbedrijf Stel
wagen en Van Gorkum, Haedstrjitte 74 te Reduzum en de heer J. Olof,
Ayttawei 7 te Reduzum, hun zienswijzen met betrekking tot het ont
werp-plan bij de raad kenbaar gemaakt.
Pleatslik Belang Reduzum heeft bij brief van 31 augustus 1994 een
aantal opmerkingen geplaatst met betrekking tot het ontwerp-bestem
mingsplan Reduzum. Deze opmerkingen dienen niet als bezwaren te wor
den opgevat, doch enkele daarvan zouden wel tot ambtshalve aanpassing
van het bestemmingsplan moeten leiden. De aangebrachte ambtshalve
wijzigingen komen hierna aan de orde.
Reklamanten zijn uitgenodigd om hun zienswijzen mondeling toe te lich
ten in de vergadering van de raadsafdeling Wonen, Werken en Milieu op
1 november 1994. Alleen de heer D. van Gorkum was aanwezig. Het ver
slag van de hoorzitting is bij de ter inzage gelegde stukken gevoegd.
De zienswijze van B.V. Aannemingsbedrijf Stelwagen en Van Gorkum.
Het Aannemingsbedrijf maakt bezwaar tegen de uitsluiting van detail
handel voor de gebieden buiten het aandachtsgebied. Bij de voorgeno
men verkoop van het betrokken bedrijf (achter Haedstrjitte 72 t/m 76)
kan het toestaan van detailhandel een positieve rol spelen.
De beperking van detailhandel tot het met "aandachtsgebied" aangege
ven gedeelte is ingegeven door het streven naar een zekere concentra
tie van voorzieningen in het dorpshart. De betrokken locatie ligt wat
excentrisch en is, zijnde een achterterrein, ook niet de meest voor
de hand liggende plaats voor detailhandelsvestigingen. Op het terrein
is volgens de regeling in het ontwerp-plan wel bedrijvigheid toege
staan. Voor zover daarbij een ondergeschikte vorm van detailhandel
aanwezig is, wordt dit beschouwd als behorende tot de bedrijfsfunctie
en is dit dus niet in strijd met het ontwerp-plan.
JKVOORST.RED/RO/1