- 7 -
Spreekregels
Artikel 18.
1. De leden spreken vanaf hun plaats en richten zich tot de voorzit
ter.
2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de
leden vanaf een andere plaats spreken.
Volgorde sprekers.
Artikel 19.
Een lid voert slechts het woord na het aan de voorzitter gevraagd en
van hem verkregen te hebben.
Aantal spreektermijnen.
Artikel 20.
1. De beraadslaging over een voorstel geschiedt in ten hoogste twee
termijnen, tenzij de raad anders beslist.
2. Elke spreektermijn is afgesloten nadat burgemeester en wethou
ders of de voorzitter op het door de leden gesprokene hebben
geantwoord.
3. Een lid mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voe
ren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
4. Het bepaalde in lid 3 is niet van toepassing op:
het lid van het college van burgemeester en wethouders, dat
in het bijzonder is belast met het in behandeling zijnde
onderwerp;
de rapporteur van een commissie;
het lid dat een (sub-)amendement, een motie of een initia
tiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat amende
ment, die motie of dat voorstel.
5. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp
of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het
spreken over een persoonlijk feit of over een voorstel van orde.
Spreekti j d.
Artikel 21.
De raad kan op voorstel van de voorzitter regelen stellen omtrent de
spreektijd der leden.
-ȣ 'p <l