Herstemming over personen.
Artikel 29.
1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid
heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte
meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen
twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op
zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming
de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan
wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee perso
nen de derde stemming zal plaatshebben.
3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen
staken, beslist terstond het lot.
Beslissing door het lot.
Artikel 30.
1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen
wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzon
derlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.
2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecon
troleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedepo
neerd en omgeschud.
3. Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stem
bokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
HOOFDSTUK IV.
RECHTEN VAN DE LEDEN.
Amendementen.
Artikel 31.
1. Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd tijdens
de beraadslagingen wijzigingen voor te stellen op het voorgestel
de besluit (amendement). Ook kan hij voorstellen, het voorgestel
de besluit in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzon
derlijke besluitvorming zal plaatsvinden.
2. Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het
amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te
stellen sub-amendement
3. Elk (sub-amendement en elk voorstel moet schriftelijk bij de
voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog
op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat
met een mondelinge indiening kan worden volstaan.
5"0, 1L "f0