- 2 -
acties heeft de instelling ondernomen om het eigen inkomensnivo
op te trekken? In dit licht worden ook de contributies, bijdra
gen en tarieven in ogenschouw genomen. Zijn deze van een aan
vaardbaar nivo ten opzicht van vergelijkbare situaties? Welke
verhogingen zijn in dit kader in het verleden al dan niet doorge
voerd?
Welke acties heeft de instelling ondernomen om de uitgaven op
een lager nivo te brengen?
1.5. Eigen vermogen
Ook het eigen vermogen van de instelling dient onderdeel uit te
maken van de beoordeling.
Indien een instelling reserves vormt die niet meer als risico
voorziening kunnen worden aangemerkt, wordt verwacht dat deze
middelen ingezet worden ter dekking van het begrotingstekort.
De grens van de nog acceptabele risicovoorziening wordt bepaald
op 25 van de exploitatie-uitgaven over 1995. Bepaalde reserves
kunnen worden aangemerkt als bestemmingsreserve en bij de beoor
deling buiten beschouwing worden gelaten.
2. Beoordeling aanvragen éénmalige bijdrage nieuwe welzijnsactivi-
teiten
2.1. Beoordeling aard nieuwe activiteit
Op basis van het programma van activiteiten wordt getoetst in
hoeverre deze nieuwe welzijnsactiviteit zich onderscheidt van de
reeds bestaande. Welke toegevoegde waarde mag hiervan worden ver
wacht?
Ten aanzien hiervan moet worden opgemerkt, dat algemeen toeganke
lijke activiteiten de voorkeur verdienen boven categoraal ge
oriënteerde. Ook wordt de voorkeur gegeven aan activiteiten die
gericht zijn op het activeren en bevorderen van de zelfstandig
heid van inwoners van de gemeente.
Met het oog op de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de wel-
zijnsactiviteiten wordt wel rekening gehouden met de spreiding
van dergelijke activiteiten in de gemeente. Samenwerking met
bestaande instellingen zou daar waar mogelijk zoveel mogelijk
moeten worden nagestreefd.
2.2. Beoordeling exploitatiebegroting
Aan de hand van het programma van activiteiten en de begroting
wordt beoordeeld of de exploitatiebegroting (subsidie - accommo
datie - personeel) in een redelijke verhouding staat tot de te
ondernemen activiteiten en het beoogde resultaat. Hierbij worden
relaties gelegd naar de exploitatie van eventuele soortgelijke
activiteiten.
Van de instelling mag worden verwacht, dat zij alle mogelijkhe
den onderneemt om zelf de exploitatie sluitend te krijgen. De
eenmalige bijdrage is in hoofdzaak bedoeld om met name in het
startjaar de eventuele begrotingstekorten (deels) te kunnen op
vangen. Men zal dus aannemelijk moeten maken dat de exploitatie
in het jaar volgende op het startjaar sluitend zal zijn.
In het algemeen verdient bevordering van vrijwilligerswerk stimu
lering. Uitvoering door beroepskrachten zal zoveel mogelijk moe
ten worden beperkt en zal vooral ondersteunend en begeleidend
van aard moeten zijn.
Bij de toedeling van middelen voor activiteiten moet de nadruk
liggen op de eigenlijke uitvoering. Middelen voor overhead moe
ten zo beperkt mogelijk worden gehouden.
HMRPSCW.19/WZ/2