- 2 -
Met betrekking tot bovenlokale (regionale) aangelegenheden
heeft de provincie een ordenende, coördinerende en verdelen
de functie.
In het samenspel met provincie en gemeenten stelt het rijk
kaders op hoofdlijnen vast en schept het voorwaarden.
1.2 Bestuurlijke structuren voor het gehele provinciale terri
toir op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen of
bijzondere wetgeving dienen in beginsel ter discussie te
komen. Doelstelling is een heldere toedeling van taken aan
hetzij de gemeenten, hetzij aan de provincie.
In dit kader zal het project Bestuurlijke Vernieuwing voor
stellen ontwikkelen over de politie, de Vervoerregio en het
RBA.
1.3 Het opheffen van de regio's (territoriale WGR-constructies)
behoeft in het algemeen niet te leiden tot overdracht van
taken naar de provincie. De taken kunnen in veel gevallen
bij de gemeenten blijven als voor het schaalprobleem in de
uitvoering een oplossing wordt gevonden. Een dergelijke
oplossing kan worden gevonden door uitvoeringsorganisaties
op contractbasis voor gemeenten de werkzaamheden te laten
uitvoeren. Ook de provincie en waterschappen zouden aan
deze organisaties werkzaamheden kunnen uitbesteden.
1.4 Om te komen tot een doorzichtige overheid is het nodig vol
gens de vorenstaande karakteristiek een heldere taakverde
ling tussen de drie overheidslagen tot stand te brengen.
Toezicht op gemeenten dient op grond van de filosofie van
drie volwaardige overheidslagen tot een minimum te worden
teruggebracht, dan wel te worden afgeschaft.
1.5 Bestuurlijke slagkracht is een voorwaarde voor de sociaal-
economische en ruimtelijke ontwikkeling van het stedelijk
knooppunt Leeuwarden.
Met de huidige stadsgewestelijke samenwerking van gemeenten
en provincie wordt die voorwaarde onvoldoende vervuld.
Beter is het dat de provincie (versneld) uit het stadsge
westelijk bestuurlijk platform treedt, terwijl de provincie
nadrukkelijker dan tot dusver de hoofdlijnen vaststelt en
handhaaft voor de toekomstige economisch-ruimtelijke ontwik
kelingen. De provincie houdt daarbij rekening met de bijzon
dere positie van de hoofdstad voor de provincie als geheel.
Bij de formulering van de definitieve voorstellen zal de
Stuurgroep zich baseren op de uitkomsten van de takendiscus
sie op de verschillende relevante deelterreinen. De Stuur
groep onderkent dat vanuit de sociaal-economische optiek en
mede in het licht van het rijksbeleid sprake is van een
voor Friesland belangrijk en specifiek vraagstuk dat derhal
ve ook een specifieke oplossing vraagt.
De Stuurgroep realiseert zich dat het noodzakelijk kan blij
ken voorstellen te doen met betrekking tot een beperkte
herindeling bij Leeuwarden, waarbij gedacht kan worden aan
de gemeenten Leeuwarderadeel en Menaldumadeel.
1.6 Gemeenten en provincie zullen hun energie steken in het
voeren van de takendiscussie gebaseerd op bovenstaande vijf
punten. Een systematische gemeentelijke herindeling is dan
niet nodig; het zou de energie voor de takendiscussie ge
heel absorberen.
1.7 Bij een heldere verdeling van taken en bevoegdheden blijft
het noodzakelijk aparte aandacht te besteden aan de afstem
ming tussen de bestuurslagen.
RDBVF8/RAAD/2