- 4 -
Met name een wijziging inzake het vrijblijvende karakter
van de in de WGR geregelde samenwerking zou een oplossing
kunnen bieden.
2. In de tweede plaats kan uw raad instemmen met de richtingge
vende uitspraken uit de Notitie Tuskenspul; de richtingge
vende uitspraken leiden tot een gedeeltelijke uitholling
van de gemeentelijke autonomie hetgeen slechts acceptabel
is indien de friese burger bij een nieuwe taakverdeling
beter en sneller wordt bediend door een vernieuwd bestuur.
Gemeentelijk standpunt.
Wij adviseren uw raad om in te stemmen met de richtinggevende
uitspraken uit de Notitie Tuskenspul. De besluitvorming in Pro
vinciale Staten in december 1993, naar aanleiding van de in
spraakreacties door de 31 friese gemeenteraden, heeft in princi
pe geleid tot de onomkeerbare situatie dat de drie samenwerkings
verbanden in Friesland dienen te verdwijnen.
Tevens stellen wij uw raad voor om in te stemmen met het voorne
men van het Bestuurlijk Overlegplatform van het Stadsgewest Leeu
warden om binnen een periode van een half jaar een belangrijke
stap voorwaarts te maken in de stadsgewestsamenwerking.
Conform het gevoelen van uw raadscommissie Algemene Zaken en
Welzijn van 27 maart 1995 zijn wij van oordeel dat de discussie
over "een sterker Stadsgewest" niet vanuit een defensieve hou
ding dient te worden gevoerd. Bij deze discussie, die uiteinde
lijk moet leiden tot een daadwerkelijke meerwaarde voor het
Stadsgewest, dient de autonome bevoegdhedenstructuur van de ge
meenten eveneens aan de orde te worden gesteld. Gelet op de po
tenties van onze gemeente zien wij de positie en de ontwikkeling
van de gemeente Boarnsterhim binnen het Stadsgewest met vertrou
wen tegemoet.
Om de uitholling van de gemeentelijke autonomie (naar het provin
ciale niveau) zoveel mogelijk te beperken stellen wij uw raad
voor dat de volgende randvoorwaarden richting de Stuurgroep wor
den meegegeven:
de discussie tussen gemeenten en de provincie over bovenlok
ale aangelegenheden dient op basis van gelijkwaardigheid te
geschieden; het rijk dient hiervoor nadere richtlijnen vast
te stellen;
het loskoppelen van de bestuurlijke bevoegdheid van de uit
voering mag in principe niet leiden tot een volledige ver
zelfstandiging van de uitvoering; van geval tot geval dient
te worden beoordeeld welke mate van overheidsdominantie
gewenst is;
bij de discussie over bestuurlijke vernieuwing dient specia
le aandacht te worden besteed aan een differentiatie in
taakverdeling tussen de friese gemeenten; het leveren van
maatwerk inzake de dienstverlening aan de friese burger
dient bij deze discussie steeds voorop te staan.
III. DE NOTITIE INZAKE TAKEN OP HET GEBIED VAN ECONOMISCHE ZAKEN.
De notitie inzake taken op het gebied van Economische Zaken
stelt dat de Friese samenleving groot belang heeft bij een duur
zame economische ontwikkeling.
RDBVF8/RAAD/4