Hoofdstuk 2: Voorwaarden voor het recht op premie bij deeltijdarbeid
Artikel 2.
Premie deeltijdwerk
1. De uitkeringsgerechtigde die
a. een volledige verzorgende taak heeft voor een of meer kinde
ren, dan wel pleegkinderen, jonger dan vijf jaar;
b. de leeftijd van 57| jaar heeft bereikt;
en die een dienstbetrekking in deeltijd aanvaardt, waarmee een
netto inkomen wordt verworven dat minder bedraagt dan het be
staansminimum, kan een premie worden toegekend.
2. De premie bedraagt 25 van de netto maandelijkse inkomsten
uit dienstbetrekking tot een maximum van een twaalfde deel van
het bedrag als bedoeld in artikel 43 lid 2 onder i van de Abw.
3. Het recht op premieverstrekking eindigt
a. voor personen als bedoeld in het eerste lid onder a. met
ingang van de eerste van de maand volgend op die waarin
het jongste kind de leeftijd van vijf jaar bereikt;
b. voor personen als bedoeld in het eerste lid onder b. na een
periode van 24 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van
de maand waarin voor het eerst premie wordt verstrekt.
Artikel 3
Betaalbaarstelling
1De premie wordt door burgemeester en wethouders verstrekt
gelijktijdig met de periodieke uitkering over de betreffende
maand.
2. De uitkeringsgerechtigde is verplicht burgemeester en wethou
ders onmiddellijk mededeling te doen van feiten en omstandighe
den, die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van deze
verordening, onder overlegging van bewijsstukken.
Hoofdstuk 3: Voorwaarden voor het recht op premie bij bovenmatige
inspanning
Artikel 4
Premie bij bovenmatige inspanning
1De uitkeringsgerechtigde met wie een trajectplan is of wordt
vastgesteld en die naar het oordeel van burgemeester en wethou
ders een bovenmatige inspanning levert of heeft geleverd met als
doel geheel of gedeeltelijk uit de uitkering te geraken, kan een
premie worden toegekend.
2. De premie bedraagt maximaal f 1.000,00 per keer.
- 2 -
HMABWRP.06B/RAAD/2