GEMEENTE BOARNSTERHIM
Portefeuillehouder:
wethouder J.H. Smittenberg.
16. Voorstel tot vaststelling
van een subsidieverordening
voor het godsdienst- of
levensbeschouwelijk vor
mingsonderwijs aan leerlin
gen van de openbare basis
scholen en tot verhoging
van het subsidie.
Aan de gemeenteraad.
Grou, 8 december 1995.
Zoals u bekend zal zijn vindt subsidiëring van het godsdienstonder
wijs en het levensbeschouwelijk vormingsonderwijs plaats op grond van
uw besluit van 27 juni 1989, nummer 45, zulks te rekenen met ingang
van 1 januari 1989. Voordien werd alleen het godsdienstonderwijs ge
subsidieerd. Met genoemd raadsbesluit werd dus de mogelijkheid ge
opend om ook het levensbeschouwelijk vormingsonderwijs te subsidiëren.
Als reden voor deze uitbreiding werd aangegeven dat het levensbeschou
welijk vormingsonderwijs beschouwd kan worden als een bijdrage tot de
algemene vorming van leerlingen. Bovendien werd daarmee optimaal het
karakter van de openbare basisschool gegarandeerd. Ondanks deze uit
breiding werd wegens gebrek aan voldoende financiële middelen het
totale subsidiebedrag niet verhoogd. Het vastgestelde subsidiebedrag
ad f 4.275,00 was alleen gebaseerd op het aantal lesuren ten behoeve
van het godsdienstonderwijs. Een exemplaar van genoemd raadsbesluit
ligt ter uwer oriëntatie bij de stukken ter inzage.
Gelet op het relatief lage subsidiebedrag f 255,00 per wekelijks
lesuur per jaar) wordt met name van de zijde van het Humanistisch
Vormingsonderwijs reeds een aantal jaren met klem aangedrongen op
verhoging van het subsiediebedrag, temeer omdat men uitsluitend be
voegde leerkrachten in dienst heeft. In een aantal gemeenten wordt
het subsidie dan ook gebaseerd op een bepaald percentage (bijvoor
beeld 75%) van de salarissen bij het basisonderwijs.
Aangezien dit voor onze gemeente financieel gezien geen haalbare
kaart is, houdt dit in, dat in Boarnsterhim de ouders zelf een belang
rijke geldelijke bijdrage moeten leveren in gemelde kosten.
In verband met het vorenstaande hebben wij een onderhoud gehad met
zowel vertegenwoordigers van het godsdienstonderwijs als het humanis
tisch vormingsonderwijs.
In die bijeenkomsten werd met nadruk een verbeterde en reëlere subsi
diëring door het gemeentebestuur bepleit en werd tevens de gelijkwaar
digheid tussen de beide vormen van onderwijs onderstreept, hetgeen
ook in de subsidieverlening tot uiting dient te worden gebracht.
BRUK48/0/H/BR0UWERA/8