- 3 -
Financiële context.
Aan de vooravond van de "decentralisatie huisvestingsvoorzieningen
onderwijsgebouwen" kan niet worden voorbijgegaan aan de ingrijpende
gevolgen die dat heeft voor de gemeenten. Zeer kort samengevat komt
de decentralisatie huisvestingsvoorzieningen er op neer dat gemeenten
met ingang van vermoedelijk 1997 zelf de verantwoordelijkheid krijgen
voor de huisvestingsvoorzieningen voor het onderwijs binnen die ge
meenten. De momenteel bestaande financiële verhouding tussen het mi
nisterie van 0. C. en W. en de gemeenten komt te vervallen. De rijks
vergoeding voor huisvestingsvoorzieningen vindt momenteel plaats op
grond van toestemming voor deze voorzieningen vanwege het ministerie,
waaruit vervolgens een genormeerde vergoeding volgt ten behoeve van
rente en aflossing van die voorziening. Met ingang van 1997 zal die
vergoeding worden verstrekt in het kader van een uitkering krachtens
het gemeentefonds.
Op grond van berekeningen aan de hand van onder meer de aantallen
(potentiële) leerlingen zullen gemeenten een totaalbedrag voor huis
vestingsvoorzieningen ontvangen. De inzet van deze middelen is aan de
gemeente. Overigens wordt gelijktijdig door 0. C. en W. en V.N.G.
(Vereniging Nederlandse Gemeenten) gewerkt aan het tot stand brengen
van enige normering. Verwacht wordt dat een vereenvoudigd
bekostigingsstelsel voor de verschillende onderwijssoorten wordt ont
wikkeld. Feitelijk betekent deze ontwikkeling dat alle nu afgegeven
beschikkingen voor de uitvoering van bouwkundige werkzaamheden, op
grond waarvan tevens een genormeerde rijksvergoeding kan worden bere
kend, in 1997 voor rekening van de gemeente komen.
Terzijde kan worden opgemerkt dat de gemeente Boarnsterhim ten aan
zien van de berekeningen vooralsnog een "voordeelgemeente" zal zijn.
Dat wil zeggen dat de uitkering krachtens het gemeentefonds groter
zal zijn dan de som van de te onderscheiden uitkeringen die nu worden
verkregen. Dit voordeel is overigen nadrukkelijk vooralsnog en boven
dien zeer marginaal.
Samenvatting en stand van zaken:
de school te Reduzum dient in technisch en functioneel opzicht
een bouwkundige ingreep te ondergaan;
een extra, als vijde, groepslokaal is noodzakelijk;
een mogelijk (gewenst) zesde lokaal kan niet aan de orde zijn
vanwegede betrekkelijk korte periode waarop dat noodzakelijk zou
(kunnen) zijn;
er ligt een goedkeurende beschikking voor technisch en ingrij
pend onderhoud;
vanuit technisch oogpunt is, met het oog op de verzakking, uit
voering van die beschikking twijfelachtig;
vanuit organisatorisch oogpunt levert uitvoering van de beschik
king geen oplossing voor het lokaalgebrek;
de financiering van de voorziening komt voor rekening van de
gemeente
Oplossingsrichting.
Gezien het voorgaande lijkt het zonder meer uitvoeren van de beschik
king een weinig zinvolle gedachte.
Er zijn verschillende oplossingsrichtingen denkbaar.
EHVRDTS.0Z/RAAD/3