- 4 -
2. Ongeldig zijn de stembiljetten:
a. ie niet door of namens de Ondernemingsraad zijn gewaar-
^rkt,
b. liruit niet duidelijk de keuze van de stemgerechtigde
lijkt,
c. waarop meer dan 1 stem is uitgebracht,
d. waarop andere aantekeningen voorkomen dan de aanwijzing
van de verkozen kandidatenlijst.
Artikel 13.
1. Ter bepaling van de uitslag van de verkiezing berekent de Onder
nemingsraad in de eerste plaats de kiesdeler door het aantal
geldige uitgebrachte stemmen te delen door het aantal te bezet
ten zetels in de Ondernemingsraad. Vervolgens worden aan iedere
kandidatenlijst zoveel zetels toegewezen als de kiesdeler begre
pen is in het aantal op die lijst uitgebrachte geldige stemmen.
De daarbij overblijvende stemmen alsmede de stemmen uitgebracht
op een lijst die de kiesdeler niet haalde, gelden als overschots-
temmen. Zetels die op deze wijze niet kunnen worden vervuld,
worden als restzetel achtereenvolgens toegekend aan de lijsten
met de grootste stemmenoverschotten. Bij een gelijk stemmenover-
schot van 2 of meer lijsten beslist het lot welke lijst het
eerst een restzetel krijgt. De aan een lijst toegevallen zetels
worden toegewezen aan de daarop staande kandidaten in de volgor
de waarop zij op de lijst voorkomen, met dien verstande dat een
kandidaat die persoonlijk de kiesdeler heeft gehaald in ieder
geval is gekozen.
2. De uitslag van de verkiezing wordt door de Ondernemingsraad vast
gesteld en volledig bekend gemaakt aan de ondernemer, aan de in
de onderneming werkzame personen en aan de werknemersorganisa
ties die de kandidatenlijsten hebben ingediend.
Artikel 14.
De gebruikte stembiljetten worden door de secretaris van de Onderne
mingsraad in 1 of meer gesloten enveloppen ten minste 3 maanden be
waard.
Artikel 15.
1. In geval van een tussentijdse vacature in de Ondernemingsraad
wijst de Ondernemingsraad tot opvolger van het betrokken lid aan
de kandidaat die blijkens de uitslag van de laatstgehouden ver
kiezing daarvoor als eerste in aanmerking komt.
2. De aanwijzing geschiedt binnen een maand na het onstaan van de
vacature. Artikel 13, tweede lid, is van overeenkomstige toepas
sing.
3. Indien geen opvolger als bedoeld in het eerste lid aanwezig is,
wordt in de vacature voorzien door het houden van een tussentijd
se verkiezing, tenzij binnen 6 maanden een algemene verkiezing
plaatsvindt.
BSOR/O/BERGSTRM/4