In uw reactie op de notitie "Tuskenspul" heeft uw raad ingestemd met de op dat moment "vrij algemene richtinggevende milieu-uit spraken"; uw raad heeft meegedeeld dat een gezamenlijk beleidska der alsmede de één-loketgedachte ontwikkelingen zijn die uw raad aanspreken. Daarnaast heeft uw raad zich uitgesproken voor een flexibele milieudienst die snel kan inspelen op vragen vanuit de gemeenten; in ieder geval dient in deze milieudienst specialisti sche deskundigheid aanwezig te zijn aangaande de milieutaken. Ten aanzien van de definitieve voorstellen in het eindrapport "Fryslân Fernijt" merkt ons college het volgende op: Het voorstel om een gezamenlijk beleidskader op te stellen via het provinciaal Milieu Beleidsplan heeft duidelijke paralellen met het ruimtelijke ordeningsterrein; ons college reageert hier positief op. Ten aanzien van de verdeling van de bevoegdheden inzake vergun ningverlening en handhaving merken wij op dat een deel van de inrichtingen onder de bevoegdheid van de provincie blijft. Dit zal volgens ons college tot gevolg hebben dat onduidelijkheid blijft bestaan over de uitvoering van deze milieutaken. Voor een deel van de inrichtingen zal de burger bij de provincie moeten zijn. Dit is strijdig met het uitgangspunt, dat sprake moet zijn van één loket. De overdracht van bevoegdheden van de provincie naar gemeenten heeft betrekking op een zeer beperkt deel van het milieuterrein. In de voorstelen ontbreekt op dit moment bijvoorbeeld de over dracht van bevoegdheden voor vergunningverlening en handhaving voor ontgrondingen, baggerberging en bodem, grondwater en zwemba den. Teneinde een integrale uitvoering van milieutaken achten wij het gewenst dat deze bevoegdheden op termijn ook worden overgedragen. Het oprichten van één professionele uitvoeringsorganisatie heeft volgens ons college ten opzichte van de huidige situatie een aantal voordelen. Door de bundeling van de regionale diensten en een deel van het provinciale apparaat zal de deskundigheid toenemen en "de kwets baarheid op het personele vlak" afnemen. Het voorstel om eerst alleen de huidige regiotaken en de provin ciale vergunningverlening en handhaving in deze dienst onder te brengen kan een startpunt zijn. In het eindrapport deelt de Stuurgroep mee dat deze flexibele milieudienst in de implementatiefase verder vorm zal moeten krij gen. Ons college is van oordeel dat er tijdens deze uitwerkingsfase met name aandacht dient te worden besteed aan een optimalisering van de één-loketgedachte; dit moet dan ook inhouden dat alle provinciale bevoegdheden inzake vergunningverlening en handha ving worden overgedragen zodat aan de doelstellingen van helder heid en doorzichtigheid (één bestuurslaag beslist over een zaak) wordt voldaan. Gelet op het voorgaande adviseert ons college uw raad om, met inachtneming van het gestelde in uw concept-reactie van 20 maart 1996, in te stemmen met de voorstellen met betrekking tot de bevoegdheidsverdeling, het gezamenlijk beleidskader en de uitvoe ringsorganisatie op het terrein van het milieu. RDVRITl/RAAD/9

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1996 | | pagina 65