Het beleid op grond van de Wet collectieve preventie, inclusief de hieraan gekoppelde democratische verantwoordelijkheden, be rust bij de gemeentebesturen. Voor de uitvoering van het beleid kunnen de gemeenten gebruik maken van de uitvoeringsorganisatie "GGD-Friesland" Als organisatievorm wordt gekozen voor een gemeenschappelijke regeling nieuwe stijl. Dit houdt in dat het algemeen bestuur, bestaande uit vertegenwoordigers van de 31 gemeenten, bestuurt op afstand (vaststelling van begroting en beleidsplan). Het management (dagelijks bestuur en directeur GGD) heeft de taak de door de gemeenten gevraagde uitvoering op basis van con tracten op een adequate manier uit te voeren. B. Indicatiestelling. De Stuurgroep stelt voor om ten aanzien van het bijeenbrengen van vraag en aanbod van de zorg te breken met de huidige situ atie waarin op verschillende zorgterreinen apart een indicatie wordt vastgesteld. De Stuurgroep pleit, conform het kabinetsstandpunt, voor een onafhankelijke integrale indicatiestelling, die door zorgverzeke raars en gemeenten gezamenlijk tot stand dient te komen. Ten aanzien van de voorstellen merkt ons college het volgende op. Formeel ligt het bestuurlijke primaat op het gebied van de col lectieve preventie bij de gemeentebesturen; dit veronderstelt een lokaal-bestuurlijke aansturing die zich richt op het formule ren van doelstellingen, het aangeven van randvoorwaarden en be leidsmatige kaders, het leggen van prioriteiten etc. In de praktijk wordt de beleidsontwikkeling op het gebied van de lokale volksgezondheid "uitbesteed" aan de GGD. Uiteraard is dit niet zo verwonderlijk omdat het terrein van de volksgezondheid wordt gekenmerkt door een in velerlei specialis men vertakte professionaliteit. De centrale vraag waarop antwoord moet worden gegeven is hoe de beleidsinhoudelijke betrokkenheid van de gemeenten op het gebied van de collectieve preventie kan worden vergroot, en hoe aan de GGD als deskundigenorganisatie effectief bestuurlijk sturing kan worden gegeven. In de huidige gang van zaken is er de mogelijkheid van inbreng van de 15 regio-gemeenten via de commissie volksgezondheid waar in 15 gemeenten zijn vertegenwoordigd. Bij het voorgestelde bestuur op afstand bestaat de mogelijkheid dat de 31 friese gemeenten "verder af komen te staan" zodat het begrip democratische waarde een lagere waarde verkrijgt. In het eindrapport wordt tevens meegedeeld dat de fusiebesprekin gen inzake één GGD-Friesland inmiddels in een ver gevorderd sta dium zijn. Resumerend is ons college voorstander van de fusie van de drie GGD-en. Wij zijn van oordeel dat er aan twee randvoorwaarden dient te worden voldaan: Enerzijds mag de GGD door deze fusie niet "nog verder van de gemeenten" af komen te staan; anderzijds zijn wij voorstander van een beleid dat, meer dan in het verleden, op lokaal-bestuur- RDVRFFl/RAAD/12

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1996 | | pagina 68