- 3 - zijn elementen die onze raad aanspreken omdat de burger in de nieuwe situatie veel "sneller bedient kan worden" dan voorheen. Onze raad heeft op zichzelf positief gereageerd op de provinciale pro jectprocedure; daarnaast heeft de raad uw Stuurgroep verzocht om bij de nadere concretisering van deze procedure meer helderheid te verschaffen over enkele "vage termen" die het eindrapport bevat ten aanzien van deze provinciale projectprocedure: wanneer voelt de provincie "zich verant woordelijkheid" voor een project?; wanneer is een project van "bovenlo kaal belang". Welke rol speelt het gemeentebestuur in de concretisering van de provinciale projectprocedure. Met inachtneming van het hierboven vermelde heeft onze raad besloten om in te stemmen met de voorstellen en experimenten omtrent de ruimtelijke ordening. D. Verdeelsystematiek volkshuisvesting, stads- en dorpsvernieuwing en monu mentenzorg. Onze gemeenteraad heeft ten aanzien van deze voorstellen het volgende opgemerkt: Volkshuisvesting: Weliswaar treedt de provincie enigszins terug van een actieve- naar een passieve toezichtshouder doch, naar het zich nu laat aanzien, zullen de rijksbijdragen voor een adequate volkshuisvesting in de toekomst margi naal zijn. De zinssnede uit het rapport "dat gemeenten meer speelruimte krijgen" heeft volgens onze raad derhalve een beperkte waarde. Daarnaast zijn sommige regelingen inzake de volkshuisvesting aan de ge compliceerde kant; de specifieke deskundigheid, die thans op regionaal niveau berust, zal niet direkt in elke gemeente in voldoende mate be schikbaar zijn. Onze raad acht dit op zich niet een belemmerende faktor doch acht het wel wenselijk dat hier aandacht aan wordt besteed bij de nadere concretisering van deze voorstellen. Stads- en dorpsvernieuwing. Onze raad acht het op zich positief dat de situatie van voor 1994 weer terugkeert; de gemeente zal straks opnieuw in staat zijn om, binnen de kaders van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, een eigen beleid te voeren en planmatig de uitvoering ter hand te nemen. Daarnaast heeft deze medaille ook een keerzijde. De kans bestaat dat de steeds schaarser wordende middelen (thans 15 miljoen voor 26 gemeenten; na 1997 circa 6 miljoen voor dezelfde groep gemeenten), via een minder adequate verdeelsleutel, zeer versnipperd over de gemeenten worden ver deeld. Dit kan tot gevolg hebben dat alle gemeenten te weinig geld krij gen om aan een echt dorpsvernieuwingsbeleid gestalte te kunnen geven. De gemeente acht het noodzakelijk, dat bij het bepalen van de verdeelsleu tel, rekening wordt gehouden met de mate waarin sprake is van nog be staande achterstandsituaties in de diverse gemeenten. Gelet op het voorgaande heeft onze raad besloten om, met inachtneming van de bovengenoemde kanttekeningen, accoord te gaan met de voorstellen omtrent het Stads- en dorpsvernieuwingsfondsMonumentenzorg en Woning- bouwsubsidies E. Verkeer en vervoer. Ten aanzien van deze voorstellen heeft onze raad besloten om: RDBRFF1/0/BO/DIJKHOFR/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1996 | | pagina 75