- 3 -
de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een betrekking aan
vaardt in de zin van de CAR, zonder direct daaraan vooraf
gaand een betrekking in de zin van de CAR te hebben vervuld
en
de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een nieuwe betrekking
in de zin van de CAR aanvaardt, direct voorafgegaan door een
andere betrekking in de zin van de CAR, waarbij aan die nieu
we betrekking een beter salarisperspectief is verbonden.
Hierbij wordt een betrekking mede als nieuw aangemerkt inge
val een bestaande aanstelling of arbeidsovereenkomst wordt
gewijzigd, als gevolg van een wijziging in de uit te voeren
taken
Er wordt een nieuw vierde en vijfde lid toegevoegd aan artikel 3:1,
luidende
4. Met inachtneming van het bepaalde in het derde lid en het vijfde
lid worden in de bezoldigingsregeling nadere regels gesteld inza
ke de wijze waarop de inschaling plaatsvindt ingevolge bijlage
11a van de ambtenaren ten aanzien van wie het salaris op
31 maart 1996 is vastgesteld op grond van bijlage II.
5. Van de nadere regels, bedoeld in het vorige lid, maken deel uit
de afspraken:
dat de ambtenaar met een salaris ingevolge bijlage II, die
voor 1 april 1997 reeds het maximum heeft bereikt van de
schaal en die binnen die betrekking geen perspectief heeft
op een hogere schaal eerst per 1 april 1997 een salaris gaat
ontvangen op basis van het maximum van dezelfde schaal inge
volge bijlage Ha
en dat de ambtenaar met een salaris ingevolge bijlage II die
op of na 1 april 1997 het maximum bereikt van de schaal en
binnen zijn betrekking geen perspectief heeft op een hogere
schaal op de datum van het bereiken van het maximum van de
schaal een salaris gaat ontvangen op basis van het maximum
van dezelfde schaal ingevolge bijlage Ha.
Artikel 3:4:1:
In artikel 3:4:1 wordt de zinsnede "bij een algemene invalidi
teitsgraad van 80 procent of meer" gewijzigd in: bij een arbeids
ongeschiktheid van 80% of meer.
SENIORENMAATREGELEN
Artikel 5:1, lid 1:
De zinsnede "en volledig voor hem geldende bezoldiging"
wordt vervangen door "onder doorbetaling van 90% van de be
zoldiging"
lid 2
Nieuwe tekst:
2. Onder diensttijd als bedoeld in het vorige lid wordt de in
overheidsdienst doorgebrachte tijd verstaan, waaraan het
ambtenaarschap in de zin van de pensioenwet is verbonden,
alsmede de in overheidsdienst doorgebrachte tijd waaraan dat
cunbtenaarschap niet was verbonden krachtens artikel B7 onder
a van de pensioenwet juncto artikel 2 van het Koninklijk
besluit van 12 januari 1966 (Stb. 8), zoals dat artikel B7
en Koninklijk besluit luidden voor de inwerkingtreding van
MB BSCAR.2/RAAD/3