GEMEENTE BOARNSTERHIM Nr. 7. De raad van de gemeente Boarnsterhim; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 januari 1997; gelet op de artikel 226 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de navolgende: Verordening tot wijziging van de "verordening op de heffing en invor dering van een hondenbelasting", vastgesteld bij raadsbesluit van 18 januari 1994, nummer 4.22", laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 november 1996, nr. 16. Artikel I. Artikel 12 a wordt toegevoegd en luidt als volgt: Termijnen van betaling. 1. De aanslagen moeten worden betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 2. Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dienen voor de in het eerste lid genoemde vijf termijnen acht termijnen te worden gelezen. Artikel II. Artikel 16, wordt gelezen als volgt: Rente. 1. Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van de hondenbelasting 2. De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderings wet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing. 3. In afwijking van de in het tweede lid genoemde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van f 50,00 niet te boven gaat. JBBESL1.H0N/P/FI/B0BRJ/1

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1997 | | pagina 35