GEMEENTE BOARNSTERHIM Nr. 7. De raad van de gemeente Boarnsterhim; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 januari 1997; gelet op de artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de navolgende: Verordening tot wijziging van de "verordening op de heffing en invor dering van rioolrechten", vastgesteld bij raadsbesluit van 18 januari 1994, nummer 4.43, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 november 1996, nummer 16. Artikel I. Artikel 7a wordt toegevoegd en luidt als volgt: Termijnen van betaling. 1. De aanslagen moeten worden betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 2. Indien voor de betaling van de verschuldigde belasting een machtiging voor automatische incasso is afgegeven, dienen voor de in het eerste lid genoemde vijf termijnen acht termijnen te worden gelezen. Artikel II. Artikel 9a wordt toegevoegd en luidt als volgt: Verzending van aanslagbiljetten. Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 voor de betrokken in artikel 212, tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een andere gemeenteambtenaar in de plaats treedt. JBBESL1.RI0/F/FI/B0ERJ/1

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1997 | | pagina 41