- 7 - Artikel 4:5, eerste en derde lid Awb, geeft de regeling met be trekking tot het aanvullen van ontbrekende gegevens. De bepaling in het -tweede lid is opgenomen om in bijzondere omstandig heden toch een vergunning te kunnen afgeven. Het verlenen van een ontheffing is echter niet mogelijk voor de kwaliteitsvoorschriften die overgenomen zijn uit het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kin deropvang (afgezien van een overgangstermijn van een jaar na de vast stelling van de gemeentelijke verordening; zie artikel 24) Artikel 4 Voorschriften en beperkingen Door aan een vergunning/ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden kan de gewenste rechtstoestand op de concrete situatie worden toegesneden. In literatuur en jurisprudentie wordt algemeen het standpunt ge huldigd dat de bevoegdheid tot het verbinden van voorschriften in beginsel aanwezig is in die gevallen waarin het al dan niet verlenen van die vergunning of ontheffing ter vrije beslissing staat van het beschikkende orgaan. Het verdient echter aanbeveling uit oogpunt van duidelijkheid en om elke twijfel uit te sluiten, om deze bevoegdheid uitdrukkelijk vast te leggen in de regeling ter uitvoering waarvan de vergunning/ontheffing wordt verleend. Daarbij dient tevens te worden aangegeven dat die voorschriften uitsluitend mogen strekken ter be scherming van de belangen in verband waarmee het vereiste van vergun ning/ontheffing is gesteld. Artikel 5 Behandeling aanvragen Afdeling 3-4 Awb bevat de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Deze procedure ziet er als volgt uit: De aanvraag of de ontwerp-vergunning wordt met de daarop be trekking hebbende stukken voor alle belanghebbenden ter inzage gelegd voor een periode van ten minste vier weken. Er wordt kennisgeving gedaan van de terinzagelegging in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen, dan wel op andere geschikte wijze. Het bestuursorgaan stelt de aanvrager van de vergunning op de hoogte van toepassing van het geregelde in afdeling 3.4. Belanghebbenden kunnen hun zienswijze over de aanvraag of ont- werp-vergunning schriftelijk of mondeling naar voren brengen. In het tweede lid van artikel 5 van de modelverordening is be paald dat een leder zijn zienswijze over de aanvraag naar voren kan brengen. Nadat de periode van het naar voren brengen van de zienswijzen is verstreken, dient het bestuursorgaan de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid te stellen op de zienswijzen te reageren. Op grond van artikel 3:13, eerste lid Awb, kunnen belanghebbenden hun zienswijze over de aanvraag naar voren brengen. In het tweede lid van artikel 5 is gebruik gemaakt van de bevoegdheid van artikel 3:13, tweede lid om, bij wettelijk voorschrift te bepalen dat ook aan an deren de gelegenheid moet worden geboden hun zienswijze naar voren te brengen. Artikel 6 Termijnen Het uitgangspunt van de Awb is dat in het wettelijk voorschrift - waaronder ook een gemeentelijke verordening moet worden begrepen - de termijn wordt aangegeven waarbinnen een beschikking dient te worden gegeven (artikel 4:13 Awb). AVTLVOKI/RAAD/7

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1997 | | pagina 66