- 8 -
Omdat de uitgebreide voorbereidingsprocedure ten minste vier weken
duurt, wordt voorgesteld de reguliere termijn van acht weken uit te
breiden naar 12 weken.
Artikel 7 Aanhouding
Het eerste lid bevat een zogenaamde 'coördinatiebepaling1. Het
schrijft voor dat de houder een bouwvergunning verleend wordt. Dat
betekent dat het gebouw waarin het kindercentrum gevestigd wordt,
voldoet aan de eisen gesteld in het Bouwbesluit, de gemeentelijke
bouwverordening, het bestemmingsplan en redelijke eisen van welstand.
Bovendien wordt de bouwvergunning geweigerd indien een vergunning
ingevolge de Monumentenwet 1988 of een provinciale of gemeentelijke
monumentenverordening is vereist en deze is geweigerd (zie artikel 44
van de Woningwet) In het Bouwbesluit en de bouwverordening zijn
onder meer voorschriften op het gebied van de veiligheid, gezondheid,
bruikbaarheid en energiezuinigheid opgenomen. Kindercentra vallen
onder de 'niet tot bewoning bestemde gebouwen' Voor de woningen van
(gast)ouders geldende normale eisen die op grond van het Bouwbesluit
en de bouwverordening aan woningen worden gesteld.
Overigens is voor de meeste kindercentra niet alleen een bouwvergun
ning vereist, maar ook een gebruiksvergunning (artikel 6.1.1 van de
model-bouwverordening 1992). Een gebruiksvergunning is namelijk nood
zakelijk voor het in gebruik hebben of houden van een bouwwerk waarin
aan meer dan tien kinderen jonger dan twaalf jaar dagverblijf zal wor
den verschaft. De gebruiksvergunning is gericht op het voorkomen,
beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het
voorkomen en beperken van ongevallen bij brand. Burgemeester en wet
houders kunnen aan de gebruiksvergunning voorwaarden stellen aan
onder meer:
stoffering en versiering,
uitgangen en vluchtwegen;
installaties
bewaking en controle;
ventilatie en werkzaamheden;
brandbare, brandbevorderende en bij brandgevaar opleverende stof
fen;
afval
doorlopend toezicht;
brandveiligheidsinstructie en ontruimingsplan;
het maximaal toelaatbare aantal personen in een ruimte van een
gebouw of in een gebouw;
de plaats van, het aantal en het type draagbare blustoestellen.
Het verdient aanbeveling dat de gemeente zorg draagt voor het af
stemmen van de procedures ter verkrijging van de vergunningen die de
aanvrager nodig heeft. Dan hoeft deze zich slechts bij één loket te
vervoegen.
Het tweede lid is in beginsel niet in overeenstemming met artikel
4:13 Awfo, dat voorschrijft dat beschikkingen binnen de bij wettelijk-
voorschrift (i.c. gemeentelijke verordening) bepaalde termijn moeten
worden gegeven. Er is voor gekozen deze bepaling in de verordening op
te nemen, omdat het in het belang is van alle belanghebbenden dat een
vergunning op grond van de verordening pas wordt afgegeven, wanneer
er een beslissing is genomen over de verlening van de bouwvergunning.
Artikel 8 Duur van de vergunning of ontheffing
Gekozen is voor een termijn van vijfjaar. Met deze termijn wordt
aangesloten bij de maximale werkingsduur van artikel 20 van de Wel
zijnswet en het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang, op
grond waarvan gemeenten de verplichting hebben kwaliteitsvoorschrif-
AVTLVOKI/RAAD/8