Ten aanzien van de onttrekking van het betreffende wegvak van de
Birstumerdyk wordt op dit moment de vereiste procedure hieromtrent,
als vermeld in de Wegenwet, gevolgd.
Bezwaren tegen deze onttrekking kunnen dan ook in die procedure naar
voren worden gebracht.
In het ontwerp-bestemmingsplan is opgenomen de aanleg van een wandel
route aan zowel de west- als de oostzijde van de gereconstrueerde
Rijksweg 32. Bij het inmiddels aangelegde aquaduct is in het ontwerp
plan de mogelijkheid opgenomen om ter plaatse vanuit plateau's een
uitzicht te hebben over het aanwezige water en het landschap in zijn
totaliteit.
De wandelroute's aan weerszijden van de Rijksweg lopen langs water
partijen, namelijk aan de westzijde langs de doortrekking van de
Boorne naar het aquaduct en aan de oostzijde langs een nog te graven
waterpartij welke de nieuwe loop van de Boorne, ter hoogte van het
aquaduct, verbindt met de huidige loop van de Boorne.
Op deze wijze krijgt het onttrekken van het eerdergenoemde wegvak van
de Birstumerdyk aan de openbaarheid en daarmee het verlies van de
openbare functie van het gedeelte van de betreffende oever van Nesser
Zijlroede compensatie door de wandelroute's ter weerszijden van de
Rijksweg 32.
Ten behoeve van het door reclamanten naar voren gebrachte kappen van
een rij esdoorns wordt opgemerkt dat hiervoor van gemeentewege een
kapvergunning is verleend.
Bezwaren hiertegen kunnen in het kader van die vergunningsprocedure
naar voren worden gebracht c.q. had kunnen worden gebracht.
Dit is naar onze mening geen planologisch bezwaar.
Voorstel:
De zienswijze van de Milieugroep Akkrum ongegrond te verklaren.
Zienswijze van de heer mr. W. Sleijfer namens de heer D. Bakker,
Boarnsterdyk 26 te Akkrum.
In de zienswijze wordt de inspraakreactie van reclamant van 3 novem
ber 1994 als geheel herhaald en ingelast beschouwd.
Verder brengt reclamant naar voren dat de ontsluiting van het plan
Boarnstee zal leiden tot een niet aanvaardbare verkeersdruk ter plaat
se van de woning en daarmee verband houdend een veronderstelde ver-
keersonveilige situatie.
Tenslotte brengt reclamant nog naar voren dat zijn bedenking tegen
het onttrekken van een gedeelte van de Birstumerdyk en tegen de aan
leg van een bouwweg ten behoeve van het woonplan eveneens opgevat
moeten worden als zienswijzen gericht tegen het ontwerp-bestemmings
plan Akkrum-Boarnstee.
Reactie:
In de zienswijze van reclamant wordt gesteld dat de schriftelijke
inspraakreactie van 3 november 1994 als geheel ingelast en herhaald
beschouwd moet worden.
Verder wordt hierover opgemerkt dat reclamant van oordeel is dat in
het ter inzage gelegde ontwerp-bestemmingsplan onvoldoende rekening
is gehouden met zijn inspraakreactie van 3 november 1994. Reclamant
geeft niet nader aan in welke mate en op wat voor onderdelen niet zou
zijn tegemoet gekomen aan de inspraakreactie. In de toelichting van
het ontwerp-bestemmingsplan Akkrum-Boarnstee, hoofdstuk 8, paragraaf
2, wordt de inspraakreactie van reclamant behandeld en voorzien van
commentaar. Aangezien reclamant nu niet duidelijk aangeeft waar in
RAVOORTOEWJRONTW/ AKKERMAR/6