De vaarroute naar en van het Sneekermeer is dus nu door de nieuwe
loop van de Boorne anders gesitueerd. De veronderstelling dat het
aantal vaarbewegingen bij de Nesserbrug en daarmee de veronderstelde
overlast bij de prive-aanleggelegenheid van reclamant zal afnemen,
mag dan ook als juist worden aangemerkt.
Het plan Akkrum-Boarnstee wordt aangemerkt als een gemeentelijk stra
tegisch project. Deze aanduiding heeft het plan gekregen omdat er
niet alleen sprake is van een woningbouw maar ook van de omleiding
van de Boorne en de verplaatsing van in casu twee bedrijven welke nu
direct bij de woonbebouwing zijn gelegen.
De omleiding van de Boorne past binnen Rijks- en provinciale doel
stellingen, namelijk de ontwikkeling van de zogenaamde staande-mast-
route. Op Rijksniveau in de Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening,
het thema Nederland-Waterland. Op provinciaal niveau het convenant
Vaarverbinding Akkrum-Leeuwarden-Grou welke ondertekend is door het
Provinciaal bestuur en de gemeenten Leeuwarden en Boarnsterhim en
mede de Streekplanuitwerking Blauwe Zone.
De financiering van de verplaatsing van de bedrijven en de nieuwe
loop van de Boorne vindt, naast subisidie uit de stads- en dorpsver
nieuwing, I.S.P.- en 5B-middelen, plaats uit de opbrengsten van het
woonplan.
De doelstellingen van het Rijks- en provinciaal beleid, maar ook het
gemeentelijk beleid, legitimeren de omvang van het plan Boarnstee
waarbij terzijde nog wordt opgemerkt dat in het Streekplan Friesland
het dorp Akkrum wordt aangemerkt als treinkern en plattelandskern.
Door een zorgvuldige en goed afgewogen stedenbouwkundige en archi
tectonische uitvoering wordt een invulling in het er plaatse aan
wezige gebied verantwoord geacht. Hierbij mag niet uit het oog worden
verloren dat het plangebied aansluit bij de bestaande bebouwing van
Nes en aan de westzijde wordt afgeschermd door de contouren van de ge
reconstrueerde Rijksweg 32. De bestaande Nesser Zijlroede en de nieu
we loop van de Boorne geven naar onze mening een goede en verantwoor
de overgang tussen bebouwing en het open landschap.
Voorstel:
De zienswijze van de heer Th.B. Huurman ongegrond te verklaren.
De zienswijze van de heer mr. W. Sleijfer namens Hiemstra Silobouw
V.O.F, Mienewei 30a te Akkrum.
In de zienswijze wordt naar voren gebracht dat het bedrijf in een
lagere milieucategorie wordt ingedeeld dan dat de VNG-circulaire
hieromtrent aangeeft. Door de geplande woningbouw zal reclamant aan
merkelijke investeringen moeten doen ter voorkoming van milieuhinder.
Reclamant acht dit onjuist.
Reclamant wil verder inzicht hebben in het rapport van Coopers
Lybrand inzake de financiële consequenties van verplaatsing van het
bedrijf en reclamant behoudt zich alle rechten voor inzake derving
van inkomsten ten gevolge van de ontwikkeling van het woonplan.
Reactie:
Reclamant doet een beroep op de VNG-circulaire "Bedrijven en Milieuzo
nering" van 1992.
Over deze circulaire wordt het volgende opgemerkt. In de circulaire
staat duidelijk aangegeven dat deze publikatie op een systematische
wijze informatie verschaft over de milieukenmerken van verschillende
typen bedrijven en inrichtingen en een indicatie geeft van de af-
RAV00R.TOE/WVR/ONTtf/AKKERMAR/9