gesteld dat het bedrijf zijn activiteiten kan blijven continueren
zonder dat er een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat ontstaat voor
de dichtst bij zijnde geprojecteerde woningen.
De stelling van reclamant dat er een bebouwingsvrije zone van 200
meter rondom het bedrijf in het ontwerp-bestemmingsplan moet worden
opgenomen houdt dan ook naar onze mening geen stand.
Het is een wettelijke verplichting dat de daarvoor in aanmerking
komende bedrijven, zoals in casu, beschikken over een adequate milieu
vergunning. Indien een bedrijf beschikt over een vergunning welke
niet meer voldoet aan de huidige inzichten en er dient een revisie
van de vergunning te komen c.q. een aanvulling met voorwaarden, komen
de financiële consequenties met betrekking tot eventuele te treffen
aanvullende voorzieningen ten laste van het bedrijf en niet voor, in
casu, de gemeentelijke overheid.
Een beroep op de gemeente houdt derhalve geen stand met name omdat
het bedrijf, zoals al eerder verwoord, haar bedrijfsactiviteiten kan
blijven ontplooien en met een afstand van 20 meter tussen emissiepunt
en de dichtst bijzijnde geprojecteerde woningen er geen onaanvaard
baar woon- en leefklimaat ontstaat.
Het verzoek om inzage te verkrijgen in een ten dienste van de gemeen
te opgesteld rapport van Coopers Lybrand heeft geen planologische
grondslag en blijft derhalve hier verder buiten beschouwing.
Indien reclamant van mening is dat hij schade lijdt ten gevolge van
het (ontwerp-)bestemmingsplan kan een beroep worden gedaan op de
daartoe voorhanden zijnde wettelijke mogelijkheden.
Voorstel:
De zienswijze van de heer mr. W. Sleijfer, namens Hiemstra Silobouw
V.O.F. ongegrond te verklaren.
RAV00R.TOE/WWR/ONTW/AKKERMAR/11