Tijdens dit overleg zijn de verruimingen van de Winkeltijdenwet be
sproken. De plaatselijke middenstand gaf te kennen dat zij nu nog
geen gebruik wensten te maken van de verruimingsmogelijkheden die de
Winkeltijdenwet biedt; zij achtten het echter wel wenselijk dat de
gemeente in haar nieuwe verordening deze verruimingen niet uitsluit.
Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij voorgesteld de vrij
stellingsmogelijkheid te koppelen aan braderieën, winkelweken, feest-
weken, gondelvaarten, kermissen, markten, beurzen etc., zoals dit ook
al het geval was onder het stramien van onze "oude" winkelsluitings
verordening (P.S.: deze verordening kende een vrijstellingsmogelijk
heid voor vier zon- en feestdagen)Bij de vergadering van deze com
missie van 3 februari 1997 bleek dat er in de loop van 1996 verander
de inzichten zijn gekomen, met name bij de ondernemers te Grou. Naar
aanleiding hiervan is er een gesprek georganiseerd met de ondernemers
van Boarnsterhim op 27 februari 1997
Naar aanleiding van het gesprek hebben wij gemeend het laatste ge
deelte van artikel 5, eerste lid, te moeten laten vervallen.
Verder zijn wij van plan ten aanzien van de bevoegdheid tot het ver
lenen van vrijstelling ten behoeve van koopzondagen het navolgende
beleid te voeren:
Voor de toepassing van het artikel 5 zal de gemeente in afzonder
lijke delen worden gesplitst, zijnde de verschillende dorpen.
Als basis zal gelden dat de vrijstelling wordt gekoppeld aan het
houden van braderieën, winkelweken, feestweken, gondelvaarten,
kermissen, markten, beurzen etc. Echter, in november van elk
jaar zal met de ondernemers van elk dorp en/of met de onderne
mersvereniging een gesprek worden aangegaan, over de vraag welke
zondagen er in het komende jaar aangewezen zouden moeten worden
als koopzondag. Op die manier kan goed ingespeeld worden op de
behoeften die er in de verschillende dorpen zijn.
Tevens kan tijdens dit gesprek de gang van zaken in het af
gelopen jaar worden geëvalueerd.
Indien meerdere koopzondagen worden gehouden, onafhankelijk van
het wel of niet aanwezig zijn van een festiviteit/evenement,
zoals bijvoorbeeld het geval zou kunnen zijn in het hoogseizoen,
kan het college in overleg met de ondernemers aan de vrijstellin
gen de voorwaarde verbinden dat de winkels slechts tussen 13.00
uur en 17.00 uur geopend mogen zijn.
Er zal op korte termijn contact worden opgenomen met de onderne
mers/ondernemersverenigingen over de nadere invulling van de koopzon
dagen in 1997
Daarnaast biedt de nieuwe verordening de mogelijkheid om één winkel
(ten hoogste één winkel per 15.000 inwoners) open te laten zijn op
zon- en feestdagen tussen 16.00 en 24.00 uur.
Aan een ontheffing voor deze ene avondwinkel moet de voorwaarde wor
den verbonden dat hoofdzakelijk eet- en drinkwaren mogen worden ver
kocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1,
eerste lid, van de Drank- en Horecawet.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Wij stellen u voor om bijgaande concept-verordening ongewijzigd vast
te stellen en de Winkelsluitingsverordening van 18 januari 1994 in te
trekken
PKVINKEL.WET/RAAD/2