- 2 -
dat deze belanghebbende bij brief van 29 mei 1996 mededeling is ge
daan van het voornemen om voornoemd object ingevolge de Monumentenwet
1988 als beschermd monument aan te wijzen en vervolgens bij brief van
20 mei 1997 in de gelegenheid is gesteld zich door of namens burge
meester en wethouders in persoon of bij gemachtigde te doen horen;
dat in het kader van dit belangenonderzoek tegen de voorgenomen aan
wijzing van voornoemd object als beschermd monument door belangheb
bende geen wezenlijke bedenkingen naar voren zijn gebracht;
dat vanwege de bouwkundige staat en/of planologische situatie evenmin
aanleiding bestaat om van de voorgenomen aanwijzing af te zien;
dat dit burgemeester en wethouders op 15 juli 1997 aanleiding heeft
gegeven om voor te stellen de Minister te adviseren om te besluiten
onderhavig object als beschermd monument aan te wijzen;
gelet op hoofdstuk II, paragraaf 1 van de Monumentenwet 1988;
BESLUIT:
1. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te adviseren
te besluiten het object, zijnde het complex St. Martinus, be
staande uit de kerk met hek, pastorie en het kerkhof met calva-
rie, grafmonument en baarhuisje, gelegen op het perceel kadast
raal bekend gemeente Warrega, sectie A, nummers 2094 en 2095 en
plaatselijk bekend Kerkbuurt 22 te Wergea, ingevolge de Monumen
tenwet 1988 als beschermd monument aan te wijzen;
2. Dit advies ter verdere behandeling toe te zenden aan het college
van gedeputeerde staten van Fryslân, postbus 20120, 8900 HM
Leeuwarden
3. Van dit advies mededeling te doen aan de Roomsch Katholieke
Parochie van den Heiligen Martinus, Kerkbuurt 22, 9005 PB Wergea.
Grou, 7 oktober 1997.
De raad voornoemd,
de loco-secretaris, de voorzitter,
(C.I. Koffeman) (Y. Dijkstra)
Kopie aan: nwwp; dvjj; rora; bwt.
MSP16.BSL/RAAD/2