- 3 -
2. De premie bedraagt ten hoogste het bedrag, als bedoeld in arti
kel 43, tweede lid, onder i van de Algemene bijstandswet.
3. De betaalbaarstelling van de premie vindt plaats in de vorm van
een bedrag ineens
4. De premie kan pas worden verstrekt nadat de gewezen uitkeringsge
rechtigde gedurende tenminste twee maanden geen beroep heeft
gedaan op een uitkering.
5. De premie wordt ten hoogste éénmaal in een periode van 24 maan
den verstrekt
Artikel 5.
Het recht op scholingspremie
1. De uitkeringsgerechtigde die ingedeeld is, of zou moeten worden
ingedeeld in de fase 2, 3 of 4 en die met goed gevolg een oplei
ding of scholing heeft afgerond kan een premie worden toegekend.
2. De afgeronde scholing moet noodzakelijk zijn voor de arbeidsin
schakeling en onderdeel uitmaken van het bemiddelingstraject dat
met de uitkeringsgerechtigde in samenspraak met Arbeidsvoor
ziening is overeengekomen.
3. De premie bedraagt ten hoogste het bedrag als bedoeld in artikel
43, tweede lid, onder h, van de Algemene bijstandswet.
4. De betaalbaarstelling van de premie vindt plaats in de vorm van
een bedrag ineens
Artikel 6.
Het recht op activiteitenpremie
1De uitkeringsgerechtigde die ingedeeld is of ingedeeld zou moe
ten worden in de fase 4 en die op vrijwillige basis onbetaalde
arbeid verricht kan een premie worden toegekend.
2. Tot de in het vorige lid bedoelde werkzaamheden worden gerekend:
a. werkzaamheden die worden verricht met het doel werkervaring
te verwerven en die als zodanig deel uitmaken van een plan
van toeleiding naar de arbeidsmarkt;
b. werkzaamheden die worden verricht met het oog op het be
vorderen van het maatschappelijk functioneren van de uit
keringsgerechtigde en overigens als maatschappelijk nuttig
kunnen worden aangemerkt
3. De premie bedraagt ten hoogste f 1.320,00 per jaar.
4. De betaalbaarstelling vindt plaats in maandelijkse termijnen van
1/12 van de totale premie, nadat is vastgesteld dat de onbetaal
de werkzaamheden met behoud van uitkering kunnen worden verricht
HMABW.03/RAAD/3