- 4 -
5. Het recht op de premie blijft bestaan zolang de activiteiten als
bedoeld in het tweede lid voortgezet worden en de omstandigheden
op basis waarvan de uitkeringsgerechtigde ingedeeld wordt in
fase 4 blijven voortbestaan.
Artikel 7
Samenloop premierechten
Bij een samenloop van het recht op een premie ingevolge de artikelen
4 en 5 van deze verordening wordt het totale recht op premie beperkt
tot maximaal 150% van de op grond van artikel 5 te verstrekken premie.
Hoofdstuk 4: Overige bepalingen
Artikel 8
1. De belanghebbende is verplicht al datgene wat van belang is voor
de verlening van of de voortzetting van eenmaal verleende premie
of vrijlating van inkomsten uit deeltijdwerk mededeling te doen,
zo mogelijk onder overlegging van bewijsstukken.
2. De door belanghebbende verstrekte gegevens worden onderzocht op
juistheid en volledigheid.
3. De beschikking tot verlening van een premie of het toepassen van
inkomstenvrijlating ingevolge deze verordening kan geheel of
gedeeltelijk worden ingetrokken, als:
a. de belanghebbende niet heeft voldaan aan de verplichtingen
die hieraan zijn verbonden, of
b. op grond van gegevens is besloten, waarvan later blijkt dat
deze zodanig onjuist of onvolledig zijn, dat -waren deze
gegevens bekend geweest- een ander besluit zou zijn genomen.
4. Als toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in het vorige lid,
wordt de onverschuldigd betaalde premie of inkomstenvrijlating
van belanghebbende teruggevorderd.
5. Terugvordering vindt ook plaats, als de premie of inkomstenvrij
lating tot een te hoog bedrag of geheel ten onrechte is uit
gekeerd en de belanghebbende dit redelijkerwijs had kunnen be
grijpen.
6. Van terugvordering kan worden afgezien wanneer dringende redenen
daartoe aanleiding geven.
HMABW.03/RAAD/4
f