- 4
II. ONDERWERPEN ALGEMEEN.
1Woonomgeving
Dorpsbeheer
In actieve samenwerking tussen gemeente, bewoners en dorpsbelan
gen verder vormgeven aan onderhoud en verbetering van de woonom
geving (onder andere op het gebied van veiligheid)Hierbij stre
ven we naar maatwerk per dorp. Het is belangrijk de verantwoorde
lijkheid voor de eigen omgeving zo dicht mogelijk bij de bewoners
te laten, waardoor de kwaliteit ervan beter wordt en de betrok
kenheid van de inwoners toeneemt.
De komende 4 jaar streven naar invoering van dorpsbeheer in meer
dere dorpen.
Dorpsvernieuwing
Verder gaan met de vernieuwing van onze dorpen in de komende pe
riode, welke zo mogelijk in samenspraak met de bewoners tot stand
moet kunnen komen. Daarnaast moet er een evaluatie komen van ef
fecten van en werkwijze bij dorpsvernieuwing. Er dienen priori
teiten te worden gesteld, welke in een meerjaren-investeringsplan
hun vertaling krijgen.
2. Welzijnsvoorzieningen.
Kinderopvang (0-12 jaar)
De mogelijkheden voor kinderopvang moeten in de komende 4 jaar
worden uitgebreid, met name voor de leeftijdscategorie van 4-12
jaar, waarbij buitenschoolse opvang ook voor de oudere kinderen
van groot belang is.
De toegankelijkheid voor mensen met minimuminkomens moet worden
vergroot
Ten aanzien van peuterspeelzalen: in overleg met de stichting Sa
menwerking Peuterspeelzalen, besturen en ouders een goed perso
neels- en accommodatiebeleid voeren. Onderzoek doen naar de moge
lijkheid van onderbrenging van het peuterspeelzaalwerk in de pro
fessionele kinderopvang.
Kinderopvang levert een positieve bijdrage aan de ontwikkeling
van het kind en stelt meer ouders in de gelegenheid deel te nemen
aan het arbeidsproces. Daarnaast levert kinderopvang ook werk
gelegenheid op.
Jeugd en jongeren
De maatschappelijke positie van jonge mensen moet versterkt wor
den
Uitbreiding van het aantal begeleide jongerencentra is noodzake
lijk. Hierbij is professionele ondersteuning, met hulp van één
jongerenwerker gewenst.
Opgedane ervaring in 1998 met beperkte inzet van een jongerenwer
ker, begin 1999 evalueren en bij een positieve uitkomst hierna
structureel gelden vrijmaken.
collegewerkprogramma 1998-2002.doc/4