2. Algemeen
Na de invoering van de nieuwe Algemene bijstandswet in 1996 hebben de werk
zaamheden in 1997 vooral in het teken gestaan van de verdere uitwerking en verbij
zondering van de gemeentelijke beleidsvrijheid ten aanzien van de onderdelen in
komensvoorziening, arbeid, activering en zorg.
Het uitvoeringsbeleidsplan 1997 is ten opzichte van het beleidsplan 1996 inhoude
lijk niet gewijzigd. Wel heeft de evaluatie over 1996 aanleiding gegeven tot het bij
stellen van het Uitvoeringsbeleidsplan 1998. Deze wijzigingen hebben vooral be
trekking op onderdelen als het heronderzoek- en debiteurenplan, de premieregelin
gen en dergelijke.
In 1997 heeft het accent vooral gelegen op de ontwikkeling van beleid voor active-
nngs- en zorgaanbod voor de fase-4 cliënten. In paragraaf 5.2 wordt hierop dieper
ingegaan. Daarnaast heeft de voorbereiding op de invoering van de Wet inschake
ling werkzoekenden in het afgelopen jaar op beleidsniveau de nodige aandacht ge
kregen.
Voor de uitvoering van de Algemene bijstandswet zijn twee wetswijzigingen van
invloed geweest.
In de eerste plaats was dit de invoering van de Wet boeten en maatregelen c.a.. per
1 juli 1997. Met deze wetgeving streeft de rijksoverheid naar een uniformering van
sanctiesystemen in de sociale zekerheid. De gemeentelijke beleidsvrijheid beperkt
zich tot de hoogte en duur van een beperkt aantal maatregelen. De wijze waarop wij
hieraan invulling hebben gegeven is vastgelegd in de notitie maatregelenbeleid die
op 27 mei 1997 door de raad is vastgesteld. In paragraaf 3.5 wordt nader ingegaan
op de effecten van deze wetgeving.
Per 1 oktober 1997 is de vrijlating van inkomsten uit deeltijd arbeid weer opgeno
men in de Algemene bijstandswet. Tot die datum werd het vrijlaten van een deel
van de inkomsten uit part-time arbeid geregeld via een gemeentelijke verordening.
De hiermee gepaard gaande uitgaven werden gedekt uit de voor de uitstroombevor
dering beschikbaar gestelde middelen. De herinvoering van de wettelijke vrijla
tingsbepalingen betekende dat de gemeentelijke verordening dienovereenkostig
moest worden aangepast. De doelgroep van de wettelijke vrijlatingsbepalingen en
de vrijlating op grond van de gemeentelijke verordening was namelijk dezelfde.
2.1 Organisatorische aspecten
In 1997 is de personele capaciteit tijdelijk uitgebreid met 1.8 Fte. Deze uitbreiding
is vooralsnog tijdelijk omdat de taakverzwaring nog onvoldoende is uitgekristalli
seerd om de definitieve formatiebehoefte te kunnen bepalen, bovendien hebben in
het verslagjaar een aantal extra activiteiten plaatsgevonden.
In het verslagjaar zijn 1586 onderzoeken verricht naar aanleiding van aanvragen,
heronderzoeken, debiteurenonderzoeken en onderzoeken in verband met de vast
stelling van de onderhoudsplicht. Op vallen is hierbij de toename van het aantal on
derzoeken in verband met ingediende aanvragen voor bijzondere bijstand. Naast de
ze onderzoeken zijn nog eens ruim 200 beëindigingonderzoeken uitgevoerd, waar
mee het totaal aantal onderzoeken uitkomt op 1786.
In 1997 zijn extra inspanningen verricht ten behoeve van 60 cliënten ter bevorde
ring van de uitstroom en de (re)activering. De extra activiteiten op het gebied van
de uitstroombevordering zijn verricht met behulp van ESF-subsidie.
Gemeente Boamsterhim
Beleidsverslag Uitvoering Abw 1997 pagina