isolement tegengaan, en de maatschappelijke participatie bevorderen en op termijn kunnen leiden tot herinschakeling in het arbeidsproces. Het hoofdprobleem dat hierbij werd onderkend is dat zowel gemeenten als arbeidsvoorziening in onvol doende mate zicht hebben op de omvang en achtergronden van deze doelgroep. In opdracht van de zestien samenwerkende gemeenten heeft het Centrum voor Ar beidsmarktbeleid van de Rijksuniversiteit van Groningen onderzoek gedaan naar de omvang, samenstelling en de problematiek van de fase-4 cliënt, door middel van interviews met een deel van de doelgroep. In onze gemeente heeft men in dit kader 46 interviews afgenomen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gepresenteerd in het rapport 'Fase 4 gefa seerd Belangrijke conclusies die aan dit onderzoek ontleend kunnen worden zijn: - het algemeen en sociaal welbevinden van fase-4 cliënten aanzienlijk slechter is in vergelijking met de gemiddelde Nederlander, op grond waarvan voor deze groep zeker een actief beleid gevoerd moet worden. - de fase-4 categorie kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan proble men die zich in een steeds wisselende, persoonsspecifieke combinaties voor doen binnen de fase-4 categorie ziet een n.et te verwaarlozen groep mensen nog wel redelijke tot zeer goede perspectieven voor zichzelf om binnen een termijn van twee jaar weer een betaalde baan te verwerven Naast dit onderzoek heeft ook een door RADAR geleid experiment plaatsgevonden gericht op de ontwikkeling van een door de gemeente ten behoeve van de activering van de fase-4 categorie in te zetten methodisch instrumentarium. Uit de zestien ge meenten zijn vijf pilot gemeenten geselecteerd, waartoe ook onze gemeente be hoorde. In het vooijaar van 1997 zijn er twee workshops georganiseerd met de vijf tien verantwoordelijke consulenten (drie per gemeente). Na de zomer volgde nog een extra workshop om de opgedane ervaringen te systematiseren. Doel van de workshops was enerzijds concreet te leren hoe fase-4 geactiveerd kunnen worden en anderzijds te bezien of er voldoende randvoorwaarden waren om een activeringsge- sprek ook daadwerkelijk zinvol te maken. In het kader van dit experiment hebben wij in 1997 een start gemaakt met de active ring van 30 zeer langdurig werklozen. Na de eerste gesprekken is in 7 gevallen be sloten vrijstelling te verlenen van de arbeidsplicht in verband met arbeidsonge schiktheid al dan niet tijdelijk) danwel zorgtaken voor zieke partners, ouders of zeer jonge kinderen. In 19 gevallen zijn individuele trajecten uitgezet met een zeer divers karakter. Doel van deze trajecten is mensen uit hun isolement te halente activeren en te onder zoeken of de afstand tot de arbeidsmarkt overbrugd zou kunnen worden. Van deze 19 trajecten hebben er inmiddels 4 geleid tot het aanvaarden van (part time) betaald werk, waarmee tevens is aangetoond dat mensen die ingedeeld zijn in fase-4 nog perspectief op werk hebben Gemeente Boarnsterhim Beleidsverslag Uitvoering Abw 1997 pagina 16

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1998 | | pagina 68