GEMEENTE BOARNSTERHIM VOORSTEL Vergadering 15 december 1998 Agendapunt 7 Portefeui11ehouder A.P. Oosterhof Grou, 4 december 1998. AAN DE GEMEENTERAAD ONDERWERP Bodemverontreiniging De Baai te Grou KORTE INHOUD In augustus 1996 is er commotie ontstaan over mogelijke verontreini ging van de bodem in de wijk De Baai te Grou. Deze wijk is gedeelte lijk gebouwd op het terrein van de voormalige Halbertsmafabriek. De Provincie heeft verschillende bodemonderzoeken laten uitvoeren door GrontmijHieruit is gebleken dat op een aantal plaatsen in de wijk de bodem ernstig verontreinigd is. Na het nemen van een ontwerp-be- schikking heeft Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân, zijnde het bevoegd gezag, op 30 juni 1998 de definitieve beschikking genomen ten aanzien van de verontreiniging in de Baai. Een aantal plaatsen is aangemerkt als een ernstig en urgent geval van bodemverontreiniging. Voor de gemeente heeft dit tot gevolg dat voor de ernstig verontrei nigde percelen de bewonersregeling op grond van de Wet Bodembescher ming gaat gelden. De bewonersregeling houdt in dat mensen die op een ernstig verontrei nigde plaats wonen en willen verhuizen en die de woning niet voor een redelijke prijs binnen een half jaar kunnen verkopen, de gemeente kunnen verzoeken de woning voor een redelijke prijs aan te kopen. De gemeenten is op grond van de Wet Bodembescherming verplicht de woning aan te kopen voor die redelijke prijs. De gemeente kan vervolgens een verzoek-indienen bij de Provincie om 22,5 van de kosten vergoed te krijgen» Eigenaren, die de woningen na het bekend worden van de ver vuiling maar voor het nemen van de definitieve beschikking hebben gekocht, komen niet in aanmerking voor de bewonersregeling ingevolge artikel 59, lid 1, sub d, WBB(Wet Bodembescherming). De Provincie heeft in haar beschikking nu negen plaatsen van ernstige verontreiniging aangewezen. Tegen de beschikking staat nog bezwaar en beroep open. De kans bestaat dat na beroep de beschikking er toch anders uit gaat zien. De gemeente heeft in de wijk de grond verkocht als bouwgrond. Hiermee heeft de gemeente aangegeven de grond geschikt te achten voor bebou wing. In een aantal gevallen zijn de eigenaren van mening dat de gemeente in deze wanprestatie heeft gepleegd. Zij claimen hierdoor schade te hebben geleden. Inmiddels hebben twee bewoners de zaak bij de rechtbank aanhangig gemaakt. De gemeente voert hier verweer tegen. De sanering en de eventuele schade, die daarbij aangericht wordt, worden betaald door de Provincie. BAAI.RV/RAAD/1

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1998 | | pagina 33