4.2. Resultaat.
In welke vorm bovengenoemde doelstelling wordt gerealiseerd, is mede het resultaat van en afhan
kelijk van overleg met alle betrokkenen, van financiële en van planologische mogelijkheden en be
perkingen. Toch zal in deze fase enige richting aan het projekt gegeven dienen te worden.
Daarom willen we hieronder zo concreet mogelijk ontwikkelingsrichtingen aangeven:
-Nader onderzoek naar de wenselijkheid van uitbreiding van het aantal passantenplaatsen met 35.
-Creatie van een wandelroute langs het Pikmeer, waarbij onderzocht moet worden of aanpassing
van bestaande steigers wenselijk is.
-Het treffen van voorzieningen die bijdragen aan een rustige ligging van vaartuigen, het voorkomen
van verontdieping en een veilige oversteek van het PM-kanaal. Onderzocht moet worden of een
strekdam (die tevens fungeert als openbare wandelpier) die bijdrage zou kunnen leveren.
-Mogelijkheden voor het bouwen van een gebouw met faciliteiten voor Watersportvereniging Frisia.
-Nader onderzoek naar de wenselijkheid van een paviljoen (eventueel samen met de locatie Frisia)
met een beperkte horeca in het water bij de Blikpôle.
-Een boothelling met parkeren.
-Dagrecreatie op de Blikpôle.
-(Water) speeltuin.
-Onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheden van inpassing van voorzieningen voor traditio
nele boten in dit deel van het Waterfront.
-Onderzoek naar de mogelijkheden van inpassing van voorzieningen voor de Grouster rondvaartbo
ten in dit deel van het Waterfront.
-Onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheden van inpassing van voorzieningen voor het aan
doen van Grou door boten van de FRO (Friese Rondvaart Ondernemers).
-Verbetering van sanitaire voorzieningen.
4.3. Randvoorwaarden.
-Door de ontwikkeling mag geen toename ontstaan van de parkeerdruk in de omgeving. Extra par
keerplaatsen moeten zodanig worden ingericht dat dit visueel niet of nauwelijks zichtbaar is.
-Uitbreiding van het aantal vaste ligplaatsen in het gebied is niet wenselijk.
De foarsitter seit dat it amendemint foldwaande ûndertekene is.
De heer Jonkers zegt dat zijn fractie op dit moment geen medewerking kan verlenen aan de pro
jectopdracht. Daarvoor heeft zijn fractie een aantal redenen. De 2' fase van het Waterfront i
ogenschouw nemende valt op dat verreweg de meeste eigendommen bij derden liggen. Alleen de
relatief nieuwe steiger rechts van het Theehuis is in het bezit van de gemeente. Alleen al om die
reden acht zijn fractie een grootscheepse aanpak niet haalbaar. Zijn fractie is het ook oneens met
een aantal uitgangspunten, zoals uitbreiding van het aantal passantenplaatsen. Omdat zijn fractie
het huidige aantal vaste ligplaatsen wil handhaven, gezien de afspraken en het gewoonterecht, ziet
hij niet zo snel waar die 35 passantenplaatsen zouden kunnen komen. Tweede punt is de herschik
king van de steigers. Dat is volgens zijn fractie niet nodig. De huidige steigers zijn in prima staat.
Het lijkt hem nogal een kapitaalvernietiging om die steigers op dit moment te vervangen. Aanslui
ting bij de historische structuur is een gezocht argument omdat die historie ter plaatse nog niet zo
oud is. De diepere betekenis van een tweede wandelpromenade voor het riet langs ontgaat hem
ook enigszins. Een strekdam daarentegen vindt zijn fractie prachtig. Hij vreest echter dat de ge
meente daarmee wat te laat is. Dit had bedongen moeten worden bij de verbreding van het PM-
kanaal en toen er sprake was van de verhoging van de vaarsnelheid voor vrachtschepen. Hij vreest
dat Rijkswaterstaat niet mee zal werken aan de aanleg van die strekdam. Een gebouwtje voor Frisia
en een horecapaviljoentje vindt zijn fractie een uitstekend idee. Een boothelling met parkeerfunctie
is al aanwezig en ook dagrecreatie op en om de Blikpôle vindt nu ai reeds plaats. De rondvaartboten
zouden uit historisch oogpunt hun huidige plaats moeten houden. Zijn fractie vindt het dan ook
vreemd dat er wel prioriteiten gelegd worden ten faveure van de bruine zeiivloot. Zijn fractie vindt
dat er sprake moet zijn van een opdeling van de 2* fase in fase 2a en fase 2b. Fase 2a bestaat in
Side 4
ried 16 maaie 2000/absh/4